Carte d'identité in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

carte d'identité:
- pasje; paspoort; identiteitsbewijs; pas; legitimatiepapieren; legitimatiebewijs; persoonsbewijs; legitimatiekaart; legitimatie; identiteitskaart
Wiktionary:
- carte d'identité → identiteitskaart

Frans

Uitgebreide vertaling voor carte d'identité (Frans) in het Nederlands

la carte d'identité (carte d'entrée; carte de membres; ticket; ticket d'entrée; carte d'abonnée)
het pasje
- pasje [het ~] zelfstandig naamwoord
la carte d'identité (passeport; légitimation; pièce d'identité)
het paspoort; het identiteitsbewijs; de pas
- paspoort [het ~] zelfstandig naamwoord
- identiteitsbewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- pas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la carte d'identité (légitimation; pièce d'identité)
het identiteitsbewijs; legitimatiepapieren; het legitimatiebewijs; het persoonsbewijs; de legitimatiekaart; de legitimatie; de identiteitskaart
- identiteitsbewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- legitimatiepapieren [znw.] zelfstandig naamwoord
- legitimatiebewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- persoonsbewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- legitimatiekaart [de ~] zelfstandig naamwoord
- legitimatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- identiteitskaart [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
identiteitsbewijs	carte d'identité; légitimation; passeport; pièce d'identité	document d'identité
identiteitskaart	carte d'identité; légitimation; pièce d'identité
legitimatie	carte d'identité; légitimation; pièce d'identité
legitimatiebewijs	carte d'identité; légitimation; pièce d'identité
legitimatiekaart	carte d'identité; légitimation; pièce d'identité
legitimatiepapieren	carte d'identité; légitimation; pièce d'identité
pas	carte d'identité; légitimation; passeport; pièce d'identité	carte; carte bancaire; carte de crédit; carte de crédit bancaire; certificat de libération; col; enjambée; pas; passeport; permis; permission; titre de démobilisation
pasje	carte d'abonnée; carte d'entrée; carte d'identité; carte de membres; ticket; ticket d'entrée
paspoort	carte d'identité; légitimation; passeport; pièce d'identité	passeport; permis
persoonsbewijs	carte d'identité; légitimation; pièce d'identité
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pas		dernièrement; il n'y a pas longtemps; il y a peu de temps; il y a un instant; juste; l'autre jour; récemment; tout à l'heure; à l'instant

carte d'identité

noun

een identiteitsbewijs dat op een kaart gedrukt is
- identiteitskaart → carte d'identité