Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal captiver

Vertaal captiver van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. captiver:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor captiver (Frans) in het Nederlands

captiver:

captiver werkwoord (captive, captives, captivons, captivez, )

  1. captiver (fasciner; saisir; passer les menottes; )
    intrigeren; fascineren; boeien
    • intrigeren werkwoord (intrigeer, intrigeert, intrigeerde, intrigeerden, geïntrigeerd)
    • fascineren werkwoord (fascineer, fascineert, fascineerde, fascineerden, gefascineerd)
    • boeien werkwoord (boei, boeit, boeide, boeiden, geboeid)
  2. captiver (enchaîner; lier; saisir; )
    boeien; ketenen; binden; kluisteren
    • boeien werkwoord (boei, boeit, boeide, boeiden, geboeid)
    • ketenen werkwoord (keten, ketent, ketende, ketenden, geketend)
    • binden werkwoord (bind, bindt, bond, bonden, gebonden)
    • kluisteren werkwoord (kluister, kluistert, kluisterde, kluisterden, gekluisterd)
  3. captiver (obséder; fasciner)
    obsederen
    • obsederen werkwoord (obsedeer, obsedeert, obsedeerde, obsedeerden, geobsedeerd)

Conjugations for captiver:

Présent
  1. captive
  2. captives
  3. captive
  4. captivons
  5. captivez
  6. captivent
imparfait
  1. captivais
  2. captivais
  3. captivait
  4. captivions
  5. captiviez
  6. captivaient
passé simple
  1. captivai
  2. captivas
  3. captiva
  4. captivâmes
  5. captivâtes
  6. captivèrent
futur simple
  1. captiverai
  2. captiveras
  3. captivera
  4. captiverons
  5. captiverez
  6. captiveront
subjonctif présent
  1. que je captive
  2. que tu captives
  3. qu'il captive
  4. que nous captivions
  5. que vous captiviez
  6. qu'ils captivent
conditionnel présent
  1. captiverais
  2. captiverais
  3. captiverait
  4. captiverions
  5. captiveriez
  6. captiveraient
passé composé
  1. ai captivé
  2. as captivé
  3. a captivé
  4. avons captivé
  5. avez captivé
  6. ont captivé
divers
  1. captive!
  2. captivez!
  3. captivons!
  5. captivé
  6. captivant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor captiver:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boeien menottes
ketenen chaînes; menottes
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binden captiver; enchaîner; joindre; lier; ligoter; passer les menottes; prendre; relier; saisir attacher; bâillonner; ficeler; fixer; garrotter; lier; ligoter; nouer; relier; rélier
boeien captiver; enchaîner; fasciner; joindre; lier; ligoter; obséder; passer les menottes; prendre; relier; saisir passionner; retenir l'attention
fascineren captiver; enchaîner; fasciner; lier; ligoter; obséder; passer les menottes; prendre; relier; saisir
intrigeren captiver; enchaîner; fasciner; lier; ligoter; obséder; passer les menottes; prendre; relier; saisir grenouiller; intriguer; magouiller
ketenen captiver; enchaîner; joindre; lier; ligoter; passer les menottes; prendre; relier; saisir enchaîner; mettre aux fers; passer les menottes
kluisteren captiver; enchaîner; joindre; lier; ligoter; passer les menottes; prendre; relier; saisir
obsederen captiver; fasciner; obséder

Synoniemen voor "captiver":


Wiktionary: captiver

captiver
verb
  1. (vieilli) retenir prisonnier.
captiver
verb
  1. fascineren
Cross Translation:
FromToVia
• captiver → vangen ↔ captivate — to attract and hold interest and attention of
• captiver → boeien ↔ fesseln — jemanden stark beeindrucken, für sich einnehmen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0379 seconde
Page rendered in 1.0 seconds