Frans
Uitgebreide vertaling voor calculateur (Frans) in het Nederlands
calculateur:
-
le calculateur (ordinateur)
-
le calculateur
-
calculateur (débrouillard; malin; rusé; adroit; astucieux; dégourdi; calculé; astucieusement; roublard)
gewiekst; berekenend; gehaaid-
gewiekst bijvoeglijk naamwoord
-
berekenend bijvoeglijk naamwoord
-
gehaaid bijvoeglijk naamwoord
-
-
calculateur (malin; futé; rusé; avec ruse; avec astuce; fin; astucieux; aiguisé; sournoisement; calculé; astucieusement; roublard)
Vertaal Matrix voor calculateur:
Synoniemen voor "calculateur":
Wiktionary: calculateur
calculateur
noun
-
machine
-
persoon