Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. caisse:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor caisse (Frans) in het Nederlands

caisse:

caisse [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la caisse (caisse à claire-voie; clayette)
    het krat; de kist
    • krat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kist [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la caisse (boîte)
    het kratje; het kistje
    • kratje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kistje [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la caisse
    het kasregister

caisse

  1. caisse

Vertaal Matrix voor caisse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kasregister caisse
kist caisse; caisse à claire-voie; clayette
kistje boîte; caisse
krat caisse; caisse à claire-voie; clayette
kratje boîte; caisse
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
kist caisse

Synoniemen voor "caisse":


Wiktionary: caisse

caisse
noun
  1. Contenant parallélépipédique
  2. Machine dans laquelle le marchand enregistre les transactions
caisse
noun
  1. plaats waar men aankopen betaalt in een winkel
  2. machine om ontvangen geld te registreren en te bewaren

Cross Translation:
FromToVia
caisse kist case — box containing a number of identical items of manufacture
caisse kassa cash desk — place with a cash register

Verwante vertalingen van caisse