Frans

Uitgebreide vertaling voor cadre (Frans) in het Nederlands

cadre:

cadre [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le cadre (encadrement)
    het kader; de rand; de omlijsting
    • kader [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • omlijsting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    het raam
    – lijst van hout 1
    • raam [het ~] zelfstandig naamwoord
      • zij spande het kleed op een raam1
    de lijst
    – rand 1
    • lijst [de ~] zelfstandig naamwoord
      • om dit schilderij zit een mooie lijst1
  2. le cadre (bordure; encadrement)
    het kader; de rand; omranding
    • kader [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • omranding [znw.] zelfstandig naamwoord
    de lijst
    – rand 1
    • lijst [de ~] zelfstandig naamwoord
      • om dit schilderij zit een mooie lijst1
  3. le cadre (membre de la direction)
    de stafmedewerker; de functionaris; de officier
  4. le cadre (membre de la direction)
    het kaderlid; het staflid
    • kaderlid [het ~] zelfstandig naamwoord
    • staflid [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. le cadre (employés; personnel; forces de travail; main-d'oeuvre)
    het personeel; de staf
    • personeel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • staf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. le cadre (châssis; carcasse; charpente; squelette)
    het raamwerk; het frame; het geraamte; het skelet
    • raamwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • frame [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geraamte [het ~] zelfstandig naamwoord
    • skelet [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. le cadre
    de schilderijlijst
    de lijst
    – rand 1
    • lijst [de ~] zelfstandig naamwoord
      • om dit schilderij zit een mooie lijst1
  8. le cadre
    de raamantenne
  9. le cadre
    de stafmedewerkster
  10. le cadre
    leidinggevend personeel
  11. le cadre
    het frame
    • frame [het ~] zelfstandig naamwoord
  12. le cadre
  13. le cadre (acuité; arc pointu; côte)
    de snijkant; de scherpte
    • snijkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • scherpte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  14. le cadre (squelette; châssis; carcasse; )
    de chassis; het geraamte
    • chassis [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • geraamte [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cadre:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chassis cadre; cadres; carcasse; charpente; châssis; encadrement; l'ossature; squelette base; châssis; pied; support
frame cadre; carcasse; charpente; châssis; squelette image; trame
functionaris cadre; membre de la direction
geraamte cadre; cadres; carcasse; charpente; châssis; encadrement; l'ossature; squelette carcasse; charpente; châssis; squelette
kader bordure; cadre; encadrement cadres
kaderlid cadre; membre de la direction
leidinggevend personeel cadre cadres
lijst bordure; cadre; encadrement index; liste; liste des membres; liste plate; registre; table; tableau; énumération
officier cadre; membre de la direction
omlijsting cadre; encadrement
omranding bordure; cadre; encadrement
personeel cadre; employés; forces de travail; main-d'oeuvre; personnel personnel
raam cadre; encadrement carreau; carré; fenêtre; losange; petit carré; verre; verre à vitre; vitre
raamantenne cadre
raamwerk cadre; carcasse; charpente; châssis; squelette
rand bordure; cadre; encadrement bord; bordure; côté; lisière; orée; rebord
scherpte acuité; arc pointu; cadre; côte compréhension; concision; esprit d'à-propos; fait d'être en forme; ingéniosité; intelligence; perspicacité; pertinence; pointe aiguë; promptitude à la riposte; sagacité; tranchant
schilderijlijst cadre
skelet cadre; carcasse; charpente; châssis; squelette carcasse; charpente; ensemble des os; ossature; squelette; système osseux
snijkant acuité; arc pointu; cadre; côte
staf cadre; employés; forces de travail; main-d'oeuvre; personnel barre; barreau; bâton; cadres; lingot; rai; rayon; tringle
staflid cadre; membre de la direction
stafmedewerker cadre; membre de la direction
stafmedewerkster cadre
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
letterbox cadre

Synoniemen voor "cadre":


Wiktionary: cadre

cadre
noun
  1. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
cadre raamwerk frame — structural elements of a building or other constructed object
cadre functionaris; beambte official — office holder invested with powers and authorities
cadre kader RahmenEinfassung eines Bildes

Verwante vertalingen van cadre