Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. caca:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor caca (Frans) in het Nederlands

caca:

caca [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le caca (merde; matières fécales; fiente; excréments)
    de poep; de schijt; de stront; de drek; de kak
    • poep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schijt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stront [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • drek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le caca (excréments; crotte; merde)
    de feces; de beer; de fecaliën; de excrementen; de uitscheiding; de uitwerpselen

Vertaal Matrix voor caca:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beer caca; crotte; excréments; merde carnivore; colosse; géant; ours; ours en peluche; verrat
drek caca; excréments; fiente; matières fécales; merde bouse; crotte; crottin; excréments; fiente; immondices; matières fécales; merde; ordures ménagères
excrementen caca; crotte; excréments; merde
fecaliën caca; crotte; excréments; merde
feces caca; crotte; excréments; merde
kak caca; excréments; fiente; matières fécales; merde
poep caca; excréments; fiente; matières fécales; merde
schijt caca; excréments; fiente; matières fécales; merde
stront caca; excréments; fiente; matières fécales; merde
uitscheiding caca; crotte; excréments; merde
uitwerpselen caca; crotte; excréments; merde

Wiktionary: caca

caca
noun
  1. Excrément

Cross Translation:
FromToVia
caca poep poo — faecal matter