Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. célibataire:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor célibataire (Frans) in het Nederlands

célibataire:

célibataire bijvoeglijk naamwoord

  1. célibataire
    vrijgezel; alleenstaand; ongebonden
  2. célibataire (non marié; libre)
    ongehuwd
  3. célibataire (seul; isolé)
    alleenstaand; single
  4. célibataire (non-marié)
    ongetrouwd

célibataire [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le célibataire
    de vrijgezel; alleenstaande
  2. le célibataire
    de vrijgezel

Vertaal Matrix voor célibataire:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alleenstaande célibataire personne seule
vrijgezel célibataire
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alleenstaand célibataire; isolé; seul individuel; indépendant; isolé; pavillon
ongebonden célibataire débridé; déréglé; effréné; indiscipliné; indomptable; ingouvernable; irrépressible; sans discipline; sans frein
ongehuwd célibataire; libre; non marié
ongetrouwd célibataire; non-marié
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
single célibataire; isolé; seul
vrijgezel célibataire

Synoniemen voor "célibataire":


Wiktionary: célibataire

célibataire
noun
  1. Personne en âge d’être mariée, mais qui ne l’est pas
adjective
  1. Qui n’est pas marié
célibataire
noun
  1. vrijgezel
  2. een ongehuwde man of vrouw
adjective
  1. betrekking hebbend op het celibaat
  2. een ongehuwde man of vrouw

Cross Translation:
FromToVia
célibataire vrijgezel bachelor — unmarried man
célibataire alleenstaand single — not married nor dating
célibataire vrijgezel single — one who is not married
célibataire alleenstaand; ongetrouwd sole — unmarried; widowed
célibataire ongehuwd; alleenstaand unmarried — having no husband or wife
célibataire ongehuwd unverheiratet — keine Ehefrau oder Ehemann habend

Verwante vertalingen van célibataire