Célèbre in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

célèbre:
- beroemd; befaamd; populair; gevierd; vermaard; fameus; erkend; gerenommeerd; roemrucht; welbekend; wijdvermaard
célébrer:
- vieren; feesten; celebreren; feestvieren
Wiktionary:
- célèbre → befaamd, beroemd, gevierd, roemruchtig, vermaard, wijdvermaard, alom bekend, welbekend, illuster
- célèbre → gevierde, gevierd, beroemd, alom bekend
- célébrer → celebreren, opdragen, vieren
- célébrer → vieren

Frans

Uitgebreide vertaling voor célèbre (Frans) in het Nederlands

célèbre:

célèbre bijvoeglijk naamwoord

célèbre (fameux; renommé; illustre)
beroemd; befaamd
- beroemd bijvoeglijk naamwoord
- befaamd bijvoeglijk naamwoord
célèbre (populaire; fameux; désiré; couvert de lauriers; célébré; aimé; renommé; en vogue; chéri; voulu; illustre; cher; vanté; estimé; loué)
populair; gevierd
- populair bijvoeglijk naamwoord
- gevierd bijvoeglijk naamwoord
célèbre (fameux)
vermaard
- vermaard bijvoeglijk naamwoord
célèbre (fameux; renommé)
fameus
- fameus bijvoeglijk naamwoord
célèbre (renommé; reconnu; distingué; fameux; illustre)
erkend; gerenommeerd
- erkend bijvoeglijk naamwoord
- gerenommeerd bijvoeglijk naamwoord
célèbre (illustre; fameux)
roemrucht
- roemrucht bijvoeglijk naamwoord
célèbre (bien connu; notoire; archiconnu)
welbekend; wijdvermaard
- welbekend bijvoeglijk naamwoord
- wijdvermaard bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor célèbre:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
befaamd	célèbre; fameux; illustre; renommé	d'importance; d'un rang élevé; de grande valeur; de haute qualité; de marque; digne; en vue; haut placé; important; marquant; respectable; supérieur; vénérable; éminent
beroemd	célèbre; fameux; illustre; renommé	d'importance; d'un rang élevé; dignement; distingué; illustre; noble; respecté; solennel; solennellement; vénérable
erkend	célèbre; distingué; fameux; illustre; reconnu; renommé
fameus	célèbre; fameux; renommé
gerenommeerd	célèbre; distingué; fameux; illustre; reconnu; renommé
gevierd	aimé; cher; chéri; couvert de lauriers; célèbre; célébré; désiré; en vogue; estimé; fameux; illustre; loué; populaire; renommé; vanté; voulu
populair	aimé; cher; chéri; couvert de lauriers; célèbre; célébré; désiré; en vogue; estimé; fameux; illustre; loué; populaire; renommé; vanté; voulu
roemrucht	célèbre; fameux; illustre
vermaard	célèbre; fameux
welbekend	archiconnu; bien connu; célèbre; notoire
wijdvermaard	archiconnu; bien connu; célèbre; notoire

Synoniemen voor "célèbre":

fameux; illustre; renommé; réputé; glorieux; mémorable; insigne; historique; marquant; extraordinaire; inoubliable; glorieuse; fameuse; vrai; connu; réel; frappant; grandiose; saillant; rebaptisé

Wiktionary: célèbre

célèbre

adjective

Qui est très connaître par une population et ses médias.
- célèbre → befaamd; beroemd; gevierd; roemruchtig; vermaard; wijdvermaard; alom bekend; welbekend

célèbre

adjective

onder velen bekend en bewonderd
- beroemd → célèbre; fameux; renommé
beroemd, zeer bekend van reputatie
- illuster → illustre; célèbre

Cross Translation:

From	To	Via
• célèbre	→ gevierde; gevierd	↔ celebrated — famous or widely praised
• célèbre	→ beroemd	↔ famous — well known
• célèbre	→ alom bekend	↔ famous — in the public eye

célébrer:

célébrer werkwoord (célèbre, célèbres, célébrons, célébrez, célèbrent, célébrais, célébrait, célébrions, célébriez, célébraient, célébrai, célébras, célébra, célébrâmes, célébrâtes, célébrèrent, célébrerai, célébreras, célébrera, célébrerons, célébrerez, célébreront)

célébrer (fêter; faire la fête; festoyer)
vieren; feesten; celebreren; feestvieren
- vieren werkwoord (vier, viert, vierde, vierden, gevierd)
- feesten werkwoord (feest, feestte, feestten, gefeest)
- celebreren werkwoord (celebreer, celebreert, celebreerde, celebreerden, gecelebreerd)
- feestvieren werkwoord (vier feest, viert feest, vierde feest, vierden feest, feestgevierd)

Conjugations for célébrer:

Présent

célèbre
célèbres
célèbre
célébrons
célébrez
célèbrent

imparfait

célébrais
célébrais
célébrait
célébrions
célébriez
célébraient

passé simple

célébrai
célébras
célébra
célébrâmes
célébrâtes
célébrèrent

futur simple

célébrerai
célébreras
célébrera
célébrerons
célébrerez
célébreront

subjonctif présent

que je célèbre
que tu célèbres
qu'il célèbre
que nous célébrions
que vous célébriez
qu'ils célèbrent

conditionnel présent

célébrerais
célébrerais
célébrerait
célébrerions
célébreriez
célébreraient

passé composé

ai célébré
as célébré
a célébré
avons célébré
avez célébré
ont célébré

divers

célèbre!
célébrez!
célébrons!
célébré
célébrant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor célébrer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
feesten		festivités; fêtes
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
celebreren	célébrer; faire la fête; festoyer; fêter
feesten	célébrer; faire la fête; festoyer; fêter
feestvieren	célébrer; faire la fête; festoyer; fêter
vieren	célébrer; faire la fête; festoyer; fêter	fêter; laisser célébrer

Synoniemen voor "célébrer":

admirer; contempler; apprécier; simuler; goûter; priser; passonniel; louer; commémorer; concélébrer; exalter; glorifier; magnifier; vanter; complimenter; chanter; déifier; diviniser; encenser; bénir; fêter; accueillir; arroser; honorer; consacrer; festoyer; adorer; saluer; respecter; révérer; estimer; sanctifier; ennoblir; béatifier; canoniser; rehausser; flatter; préconiser; prôner; prêcher; féliciter

Wiktionary: célébrer

célébrer

verb

(transitive)
- célébrer → celebreren; opdragen; vieren