Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal câble

Vertaal câble van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. câble:
  2. câbler:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor câble (Frans) in het Nederlands

câble:

câble [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le câble (canalisation; conduite; cordage; fil; filet)
    de kabel; de leiding; kabelleiding; de geleiding
    • kabel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kabelleiding [znw.] zelfstandig naamwoord
    • geleiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. le câble (cordage; cordon; mercerie; )
    de elektriciteitsdraad; het snoer; het snoertje
  3. le câble (conduction; fil; cordage; canalisation; fil conducteur)
    elektrische geleiding; de geleiding
  4. le câble (comité directeur; direction; management; )
    het bestuur; de leiding; de directie; het beheer
    • bestuur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • leiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • directie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • beheer [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. le câble (corde)
    scheepskabel; het kabeltouw; de kabel
  6. le câble (corde; tresse; fil)
    de koord
    • koord [de ~] zelfstandig naamwoord
  7. le câble (bande; ligne; rang; )
    het gelid; de rij
    • gelid [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rij [de ~] zelfstandig naamwoord
  8. le câble (ligne; trait; bande; )
    de lijn; de linie; de streep
    • lijn [de ~] zelfstandig naamwoord
    • linie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • streep [de ~] zelfstandig naamwoord

câble [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la câble (corde)
    scheepstouw

Vertaal Matrix voor câble:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beheer canalisation; comité directeur; conduite; cordage; câble; direction; fil; filet; gouvernement; management contrôle; garde; gestion; supervision; surveillance
bestuur canalisation; comité directeur; conduite; cordage; câble; direction; fil; filet; gouvernement; management politique; stratégie; tactique
directie canalisation; comité directeur; conduite; cordage; câble; direction; fil; filet; gouvernement; management Conseil d'Administration; direction; direction de l'entreprise; management
elektriciteitsdraad cordage; corde; cordon; câble; fil; filet; galon; mercerie; mercier; tresse
elektrische geleiding canalisation; conduction; cordage; câble; fil; fil conducteur
geleiding canalisation; conduction; conduite; cordage; câble; fil; fil conducteur; filet
gelid bande; barre; corde; câble; file; ligne; rang; rangs; règle grade; ordre; position; rang; rangs; échelon
kabel canalisation; conduite; cordage; corde; câble; fil; filet
kabelleiding canalisation; conduite; cordage; câble; fil; filet
kabeltouw corde; câble
koord corde; câble; fil; tresse
leiding canalisation; comité directeur; conduite; cordage; câble; direction; fil; filet; gouvernement; management comportement; conduite; direction; tête
lijn bande; barre; corde; câble; file; ligne; règle; trait barre; ceinture; laisse; ligne; lisière; raie; ride; trait
linie bande; barre; corde; câble; file; ligne; règle; trait
rij bande; barre; corde; câble; file; ligne; rang; rangs; règle embouteillage; ligne; queue; série
scheepskabel corde; câble
scheepstouw corde; câble
snoer cordage; corde; cordon; câble; fil; filet; galon; mercerie; mercier; tresse chaîne; chaînette; collier; cycle; enchaînement; séquence
snoertje cordage; corde; cordon; câble; fil; filet; galon; mercerie; mercier; tresse
streep bande; barre; corde; câble; file; ligne; règle; trait

Synoniemen voor "câble":

  • amarre; cordage; filin; corde; grelin; lusin; ralingue; trélingage; merlin

Wiktionary: câble

câble
noun
  1. arts|fr gros cordage formé de l’assemblage de plusieurs torons de chanvre, d’aloès, d’acier, etc.
câble
noun
  1. een scheepskabel
Cross Translation:
FromToVia
• câble → kabel ↔ Kabel — Leitung zum Transport elektrischen Stroms beziehungsweise elektronischer Nachrichten
• câble → touw; tui ↔ Tau — starkes Schiffsseil aus Hanf oder Stahldraht

câble vorm van câbler:

câbler werkwoord (câble, câbles, câblons, câblez, )

  1. câbler (télégraphier)
    telegraferen
    • telegraferen werkwoord (telegrafeer, telegrafeert, telegrafeerde, telegrafeerden, getelegrafeerd)
  2. câbler (faire des signaux; signaler; télégraphier)
    seinen; signalen geven
  3. câbler
    bekabelen
    • bekabelen werkwoord (bekabel, bekabelt, bekabelde, bekabelden, bekabeld)

Conjugations for câbler:

Présent
  1. câble
  2. câbles
  3. câble
  4. câblons
  5. câblez
  6. câblent
imparfait
  1. câblais
  2. câblais
  3. câblait
  4. câblions
  5. câbliez
  6. câblaient
passé simple
  1. câblai
  2. câblas
  3. câbla
  4. câblâmes
  5. câblâtes
  6. câblèrent
futur simple
  1. câblerai
  2. câbleras
  3. câblera
  4. câblerons
  5. câblerez
  6. câbleront
subjonctif présent
  1. que je câble
  2. que tu câbles
  3. qu'il câble
  4. que nous câblions
  5. que vous câbliez
  6. qu'ils câblent
conditionnel présent
  1. câblerais
  2. câblerais
  3. câblerait
  4. câblerions
  5. câbleriez
  6. câbleraient
passé composé
  1. ai câblé
  2. as câblé
  3. a câblé
  4. avons câblé
  5. avez câblé
  6. ont câblé
divers
  1. câble!
  2. câblez!
  3. câblons!
  5. câblé
  6. câblant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor câbler:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekabelen câbler
seinen câbler; faire des signaux; signaler; télégraphier
signalen geven câbler; faire des signaux; signaler; télégraphier
telegraferen câbler; télégraphier

Wiktionary: câbler

câbler
verb
  1. van kabels voorzien

Verwante vertalingen van câble







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1553 seconde
Page rendered in 1.0 seconds