Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor butte (Frans) in het Nederlands

butte:

butte [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la butte (colline; monticule; élévation)
    de heuvel; de bult
    • heuvel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bult [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la butte (hernie; bosse; enflure; ampoule; colline)
    de bobbel; de uitstulping; de uitpuiling
  3. la butte (petit colline; monticule)
    kleine berg; het bergje
  4. la butte (petite colline; tertre)
    het heuveltje

Vertaal Matrix voor butte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bergje butte; monticule; petit colline
bobbel ampoule; bosse; butte; colline; enflure; hernie abcès; ampoule; bosse; bouffissure; boule; bubon; enflure; gonflement; grosseur; inégalité; meurtrissure; renflement; tumeur; tuméfaction
bult butte; colline; monticule; élévation abcès; ampoule; bleu; bosse; bossu; bouffissure; boule; bubon; contusion; enflure; froissement; gonflement; grosseur; lésion; meurtrissure; renflement; tumeur; tuméfaction
heuvel butte; colline; monticule; élévation
heuveltje butte; petite colline; tertre
kleine berg butte; monticule; petit colline
uitpuiling ampoule; bosse; butte; colline; enflure; hernie
uitstulping ampoule; bosse; butte; colline; enflure; hernie

Synoniemen voor "butte":