Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. butoir:


Frans

Uitgebreide vertaling voor butoir (Frans) in het Nederlands

butoir:

butoir [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le butoir (bourrelet; pare-chocs; heurtoir)
    de bumper; de stootrand
    • bumper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stootrand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le butoir
    het stootblok; het stootkussen
  3. le butoir (poussée; coup; coup de pouce; )
    de stoot; de zet; de por; het duwtje; de duw; het stootje
    • stoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • por [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • duwtje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • duw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stootje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor butoir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bumper bourrelet; butoir; heurtoir; pare-chocs
duw butoir; cahot; choc; coup; coup de pouce; heurt; impulsion; petit coup; poussée
duwtje butoir; cahot; choc; coup; coup de pouce; heurt; impulsion; petit coup; poussée
por butoir; cahot; choc; coup; coup de pouce; heurt; impulsion; petit coup; poussée
stoot butoir; cahot; choc; coup; coup de pouce; heurt; impulsion; petit coup; poussée baffe; beigne; chataîgne; choc; claque; coup; coup dur; gifle; gnon; heurt; marron; mouvement brusque; pain; petit coup; saccade; secousse; torgnole; à-coup
stootblok butoir
stootje butoir; cahot; choc; coup; coup de pouce; heurt; impulsion; petit coup; poussée
stootkussen butoir
stootrand bourrelet; butoir; heurtoir; pare-chocs
zet butoir; cahot; choc; coup; coup de pouce; heurt; impulsion; petit coup; poussée coup; coup d'échecs

Synoniemen voor "butoir":