Overzicht
Frans
Uitgebreide vertaling voor bruit (Frans) in het Nederlands
bruit:
-
le bruit (rumeur; brouhaha; tapage; vacarme; tumulte; chichis; tam-tam)
-
le bruit (tapage; tumulte; vacarme; brouhaha; chahut)
-
le bruit (vacarme; tapage)
-
le bruit (rugissement; fracas; hurlements; vacarme; hurlement; tumulte; mugissement; beuglement; braillement; criailleries; piaulement)
-
le bruit (rumeur; vacarme; tapage; cabale; chahut; tumulte; fracas; cohue)
-
le bruit (commotion; éclat; cas)
-
le bruit (murmure; brouhaha; rumeur; vacarme; marmonnement)
-
le bruit
Vertaal Matrix voor bruit:
Synoniemen voor "bruit":
Computer vertaling door derden: