Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. brique:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor brique (Frans) in het Nederlands

brique:

brique [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la brique (pierre; pavé; dalle)
    de baksteen; de steen
    • baksteen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • steen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la brique
    de bouwsteen
  3. la brique
    de baksteen
    • baksteen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. la brique (brick; vieux clou)
    de brik; het zeilvaartuig
    • brik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zeilvaartuig [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. la brique (briquette)
    de briket
    • briket [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brique:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baksteen brique; dalle; pavé; pierre
bouwsteen brique bloc de construction; bloc élémentaire; élément de document
brik brick; brique; vieux clou
briket brique; briquette
steen brique; dalle; pavé; pierre bijou; caillou; caillou roulé; cailloux; galet roulé; pierre; pierrerie; roc; roche; rocher
zeilvaartuig brick; brique; vieux clou

Synoniemen voor "brique":


Wiktionary: brique

brique
noun
  1. Bloc de pierre artificielle fabriqué avec de la terre argileuse.
  2. maçonnerie|fr bloc de pierre artificielle fabriquer avec de la terre argileux pétrir, mouler, sécher, cuire, et dont on se servir comme matériau de construction.
brique
noun
  1. een uit klei of leem gebakken steen

Cross Translation:
FromToVia
brique baksteen brick — hardened block used for building
brique bakstenen; baksteen brick — a building material
brique steen Stein — Bauelement für Gebäude u. ä., Baustein

Verwante vertalingen van brique