Frans
Uitgebreide vertaling voor bourré (Frans) in het Nederlands
bourré:
-
bourré (ivre; soûl; éméché; aviné; raide; gris)
dronken; beschonken; ladderzat; zat; bezopen-
dronken bijvoeglijk naamwoord
-
beschonken bijvoeglijk naamwoord
-
ladderzat bijvoeglijk naamwoord
-
zat bijvoeglijk naamwoord
-
bezopen bijvoeglijk naamwoord
-
-
bourré (aux combles)
-
bourré (plein; fourré; rempli; rembourré; comble)
-
bourré (fin soûl)
-
bourré (farci; gavé)
volgepropt-
volgepropt bijvoeglijk naamwoord
-
-
bourré (bondé; surchargé; comble; plein comme un oeuf; bourré de; plein à craquer)
-
bourré (complètement bourré; ivre; complètement ivre; gris; cuite; soûl; ivre mort; complètement bourrée)
straalbezopen; laveloos; smoordronken; ladderzat; stomdronken-
straalbezopen bijvoeglijk naamwoord
-
laveloos bijvoeglijk naamwoord
-
smoordronken bijvoeglijk naamwoord
-
ladderzat bijvoeglijk naamwoord
-
stomdronken bijvoeglijk naamwoord
-
-
bourré (bondé; archiplein; archicomble)
-
bourré (beurré; ivre; gris)
-
bourré (plein; rembourré; fourré; rempli; farci; comble)