Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. blinder:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor blinda (Frans) in het Nederlands

blinder:

blinder werkwoord (blinde, blindes, blindons, blindez, )

  1. blinder (couvrir; cuirasser)
    afdekken; blinderen
    • afdekken werkwoord (dek af, dekt af, dekte af, dekten af, afgedekt)
    • blinderen werkwoord (blindeer, blindeert, blindeerde, blindeerden, geblindeerd)
  2. blinder (armer; se cuirasser)
    bewapenen; wapenen
    • bewapenen werkwoord (bewapen, bewapent, bewapende, bewapenden, bewapend)
    • wapenen werkwoord (wapen, wapent, wapende, wapenden, gewapend)
  3. blinder (cuirasser; armer)
    bepantseren; harnassen
    • bepantseren werkwoord (bepantser, bepantsert, bepantserde, bepantserden, bepantserd)
    • harnassen werkwoord

Conjugations for blinder:

Présent
  1. blinde
  2. blindes
  3. blinde
  4. blindons
  5. blindez
  6. blindent
imparfait
  1. blindais
  2. blindais
  3. blindait
  4. blindions
  5. blindiez
  6. blindaient
passé simple
  1. blindai
  2. blindas
  3. blinda
  4. blindâmes
  5. blindâtes
  6. blindèrent
futur simple
  1. blinderai
  2. blinderas
  3. blindera
  4. blinderons
  5. blinderez
  6. blinderont
subjonctif présent
  1. que je blinde
  2. que tu blindes
  3. qu'il blinde
  4. que nous blindions
  5. que vous blindiez
  6. qu'ils blindent
conditionnel présent
  1. blinderais
  2. blinderais
  3. blinderait
  4. blinderions
  5. blinderiez
  6. blinderaient
passé composé
  1. ai blindé
  2. as blindé
  3. a blindé
  4. avons blindé
  5. avez blindé
  6. ont blindé
divers
  1. blinde!
  2. blindez!
  3. blindons!
  4. blindé
  5. blindant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor blinder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdekken blindage; protection; sauvegarde
harnassen armures; cuirasses
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdekken blinder; couvrir; cuirasser abriter; borner; clôturer; couvrir; desservir; débarrasser; débarrasser la table; mettre à l'abri de; nettoyer; protéger; préserver; sauvegarder
bepantseren armer; blinder; cuirasser
bewapenen armer; blinder; se cuirasser
blinderen blinder; couvrir; cuirasser
harnassen armer; blinder; cuirasser
wapenen armer; blinder; se cuirasser

Synoniemen voor "blinder":


Wiktionary: blinder

blinder
verb
  1. met een pantser bekleden