Bilan in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

bilan:
- balans; handelsbalans; jaarafsluiting; conclusie; slotbeschouwing; gevolgtrekking; slotsom; eindsom
Wiktionary:
- bilan → balans
- bilan → afsluiting

Frans

Uitgebreide vertaling voor bilan (Frans) in het Nederlands

le bilan (bilan commercial)
de balans; de handelsbalans; jaarafsluiting
- balans [de ~] zelfstandig naamwoord
- handelsbalans [de ~] zelfstandig naamwoord
- jaarafsluiting [znw.] zelfstandig naamwoord
le bilan (considération finale; conclusion; clôture; finale; achèvement; fin)
de conclusie; de slotbeschouwing
- conclusie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- slotbeschouwing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le bilan (conclusion; total; résultat; résultat final; suite; implication; somme totale; résultat définitif; somme finale)
de conclusie; de gevolgtrekking; de slotsom; eindsom
- conclusie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gevolgtrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- slotsom [de ~] zelfstandig naamwoord
- eindsom [znw.] zelfstandig naamwoord
le bilan
de balans
- balans [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
balans	bilan; bilan commercial	balance; harmonie; poids public; équilibre
conclusie	achèvement; bilan; clôture; conclusion; considération finale; fin; finale; implication; résultat; résultat définitif; résultat final; somme finale; somme totale; suite; total
eindsom	bilan; conclusion; implication; résultat; résultat définitif; résultat final; somme finale; somme totale; suite; total
gevolgtrekking	bilan; conclusion; implication; résultat; résultat définitif; résultat final; somme finale; somme totale; suite; total
handelsbalans	bilan; bilan commercial	balance commerciale
jaarafsluiting	bilan; bilan commercial
slotbeschouwing	achèvement; bilan; clôture; conclusion; considération finale; fin; finale
slotsom	bilan; conclusion; implication; résultat; résultat définitif; résultat final; somme finale; somme totale; suite; total

bilan

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• bilan	→ afsluiting	↔ Abschluss — das geplante (erfolgreiche) Ende von etwas