Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bancal:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor bancal (Frans) in het Nederlands

bancal:

bancal bijvoeglijk naamwoord

  1. bancal
    krombenig
  2. bancal (vacillant; chancelant; précaire; )
    wankelend; wankelbaar; rank; los; wankel; onvast

Vertaal Matrix voor bancal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rank branche; pousse; sarment; tige; vrille
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krombenig bancal
los bancal; chancelant; d'une façon incertaine; incertain; indécis; précaire; vacillant coulissant; détaché; mobile; pas fixe; portatif; poudreuse; poudreux; transportable
onvast bancal; chancelant; d'une façon incertaine; incertain; indécis; précaire; vacillant avec incertitude; douteux; incertain; vague; équivoque
rank bancal; chancelant; d'une façon incertaine; incertain; indécis; précaire; vacillant de taille fine; fin; finement; fragile; frêle; gracile; inconstant; maigre; maigrichon; mince; svelte; tendre
wankel bancal; chancelant; d'une façon incertaine; incertain; indécis; précaire; vacillant branlant; cassable; cassant; chancelant; chevrotant; croulant; délabré; inconstant; instable
wankelbaar bancal; chancelant; d'une façon incertaine; incertain; indécis; précaire; vacillant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wankelend bancal; chancelant; d'une façon incertaine; incertain; indécis; précaire; vacillant

Synoniemen voor "bancal":


Wiktionary: bancal

bancal
adjective
  1. Non droit, qui a une jambe tordue

Cross Translation:
FromToVia
bancal flauw lame — slang, unconvincing
bancal onevenwichtig; scheef lopsided — not balanced