Avoir faim in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

avoir faim:
- rammelen; honger hebben; een sterke begeerte hebben naar; hongeren naar; verrekken; hongerlijden; verhongeren; hongeren
Wiktionary:
- avoir faim → honger hebben
- avoir faim → hongerig

Frans

Uitgebreide vertaling voor avoir faim (Frans) in het Nederlands

avoir faim (crever de faim)
rammelen; honger hebben
- rammelen werkwoord (rammel, rammelt, rammelde, rammelden, gerammeld)
- honger hebben werkwoord
avoir faim (être affamé de; désirer; aspirer à; avoir faim de; s'affamer; être avide de; soupirer après)
een sterke begeerte hebben naar; hongeren naar
- een sterke begeerte hebben naar werkwoord
- hongeren naar werkwoord
avoir faim (crever de faim; être affamé; agoniser; s'affamer)
verrekken; hongerlijden; verhongeren; hongeren
- verrekken werkwoord (verrek, verrekt, verrekte, verrekten, verrekt)
- hongerlijden werkwoord
- verhongeren werkwoord (verhonger, verhongert, verhongerde, verhongerden, verhongerd)
- hongeren werkwoord (honger, hongert, hongerde, hongerden, gehongerd)

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
een sterke begeerte hebben naar	aspirer à; avoir faim; avoir faim de; désirer; s'affamer; soupirer après; être affamé de; être avide de
honger hebben	avoir faim; crever de faim
hongeren	agoniser; avoir faim; crever de faim; s'affamer; être affamé	affamer; mourir de faim
hongeren naar	aspirer à; avoir faim; avoir faim de; désirer; s'affamer; soupirer après; être affamé de; être avide de
hongerlijden	agoniser; avoir faim; crever de faim; s'affamer; être affamé
rammelen	avoir faim; crever de faim	boiter; boitiller; carillonner; claudiquer; cliqueter; clopiner; ferrailler; gambader; marcher en boitant; retentir; résonner; sauter; sautiller; sonner; tinter; tintinnabuler
verhongeren	agoniser; avoir faim; crever de faim; s'affamer; être affamé	affamer; mourir de faim
verrekken	agoniser; avoir faim; crever de faim; s'affamer; être affamé	agoniser; crever