Frans

Uitgebreide vertaling voor avoir de la conversation (Frans) in het Nederlands

avoir de la conversation:

avoir de la conversation werkwoord

  1. avoir de la conversation (parler; communiquer; être en contact avec; )
    spreken; praten; in contact staan; een conversatie hebben; communiceren
    • spreken werkwoord
    • praten werkwoord (praat, praatte, praatten, gepraat)
    • in contact staan werkwoord (sta in contact, staat in contact, stond in contact, stonden in contact, in contact gestaan)
    • een conversatie hebben werkwoord (heb een conversatie, hebt een conversatie, heeft een conversatie, had een conversatie, hadden een conversatie, een conversatie gehad)
    • communiceren werkwoord (communiceer, communiceert, communiceerde, communiceerden, gecommuniceerd)
  2. avoir de la conversation (discuter; parler; dire; )
    spreken; wauwelen; praten; babbelen; kwebbelen; kletsen; zwammen; kakelen; kwetteren; klappen; kwekken; snateren
    • spreken werkwoord
    • wauwelen werkwoord (wauwel, wauwelt, wauwelde, wauwelden, gewauweld)
    • praten werkwoord (praat, praatte, praatten, gepraat)
    • babbelen werkwoord (babbel, babbelt, babbelde, babbelden, gebabbeld)
    • kwebbelen werkwoord (kwebbel, kwebbelt, kwebbelde, kwebbelden, gekwebbeld)
    • kletsen werkwoord (klets, kletst, kletste, kletsten, gekletst)
    • zwammen werkwoord (zwam, zwamt, zwamde, zwamden, gezwamd)
    • kakelen werkwoord (kakel, kakelt, kakelde, kakelden, gekakeld)
    • kwetteren werkwoord (kwetter, kwettert, kwetterde, kwetterden, gekwetterd)
    • klappen werkwoord (klap, klapt, klapte, klapten, geklapt)
    • kwekken werkwoord (kwek, kwekt, kwekte, kwekten, gekwekt)
    • snateren werkwoord (snater, snatert, snaterde, snaterden, gesnaterd)

Vertaal Matrix voor avoir de la conversation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klappen acclamation; applaudissement; battement de mains; boums; claques; coups; coups de poing; coups durs; coups secs; gifles; ovation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
babbelen avoir de la conversation; bavarder; cancaner; caqueter; causer; clapoter; dire; discuter; jacasser; jaser; papoter; parler; prononcer; raconter claqueter
communiceren avoir de la conversation; bavarder; causer; communiquer; discuter; faire un discours; parler; être en contact avec communiquer
een conversatie hebben avoir de la conversation; bavarder; causer; communiquer; discuter; faire un discours; parler; être en contact avec
in contact staan avoir de la conversation; bavarder; causer; communiquer; discuter; faire un discours; parler; être en contact avec
kakelen avoir de la conversation; bavarder; cancaner; caqueter; causer; clapoter; dire; discuter; jacasser; jaser; papoter; parler; prononcer; raconter jacasser
klappen avoir de la conversation; bavarder; cancaner; caqueter; causer; clapoter; dire; discuter; jacasser; jaser; papoter; parler; prononcer; raconter acclamer; applaudir; exploder; exploser; éclater
kletsen avoir de la conversation; bavarder; cancaner; caqueter; causer; clapoter; dire; discuter; jacasser; jaser; papoter; parler; prononcer; raconter bavarder; claqueter; jaser
kwebbelen avoir de la conversation; bavarder; cancaner; caqueter; causer; clapoter; dire; discuter; jacasser; jaser; papoter; parler; prononcer; raconter claqueter
kwekken avoir de la conversation; bavarder; cancaner; caqueter; causer; clapoter; dire; discuter; jacasser; jaser; papoter; parler; prononcer; raconter bavarder; cancaner; causer; coasser; jacasser; jaser; nasiller
kwetteren avoir de la conversation; bavarder; cancaner; caqueter; causer; clapoter; dire; discuter; jacasser; jaser; papoter; parler; prononcer; raconter babiller; cancaner; chanter joyeusement; coasser; gazouiller; jacasser; jaser; nasiller; ramager
praten avoir de la conversation; bavarder; cancaner; caqueter; causer; clapoter; communiquer; dire; discuter; faire un discours; jacasser; jaser; papoter; parler; prononcer; raconter; être en contact avec bavarder; causer; converser; discuter; être en conversation
snateren avoir de la conversation; bavarder; cancaner; caqueter; causer; clapoter; dire; discuter; jacasser; jaser; papoter; parler; prononcer; raconter cancaner; coasser; jacasser; jaser; nasiller
spreken avoir de la conversation; bavarder; cancaner; caqueter; causer; clapoter; communiquer; dire; discuter; faire un discours; jacasser; jaser; papoter; parler; prononcer; raconter; être en contact avec bavarder; causer; converser; discuter; être en conversation
wauwelen avoir de la conversation; bavarder; cancaner; caqueter; causer; clapoter; dire; discuter; jacasser; jaser; papoter; parler; prononcer; raconter bafouiller; balbutier; baragouiner; bredouiller; gazouiller
zwammen avoir de la conversation; bavarder; cancaner; caqueter; causer; clapoter; dire; discuter; jacasser; jaser; papoter; parler; prononcer; raconter baragouiner; cancaner; caqueter; dire des bêtises; jacasser; papoter; parler dans le vide; radoter

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van avoir de la conversation