Frans
Uitgebreide vertaling voor attaché (Frans) in het Nederlands
attaché:
-
attaché (fixé; collé)
verbonden; aangevoegd; gekoppeld; aaneengehecht-
verbonden bijvoeglijk naamwoord
-
aangevoegd bijvoeglijk naamwoord
-
gekoppeld bijvoeglijk naamwoord
-
aaneengehecht bijvoeglijk naamwoord
-
-
attaché (fixé; collé)
-
attaché (dévoué; attaché à)
-
attaché (affectueux; dévoué)
aanhankelijk-
aanhankelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
attaché (fixé)
vastzittend; aan elkaar zittend-
vastzittend bijvoeglijk naamwoord
-
aan elkaar zittend bijvoeglijk naamwoord
-
-
attaché
-
attaché
opgebonden-
opgebonden bijvoeglijk naamwoord
-
-
attaché (noué; lié; enchaîné; fixé; amarré)
-
attaché (appendu; collant; adhérent; suspendu; partisan; dévoué; accroché)
aanhangend-
aanhangend bijvoeglijk naamwoord
-
-
attaché (lié; fixé; noué)
vastgemaakt-
vastgemaakt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor attaché:
Synoniemen voor "attaché":
Computer vertaling door derden: