Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. atout:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor atout (Frans) in het Nederlands

atout:

atout [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'atout (atout dans un jeu de cartes; retourne)
    de troef; de troeven; de troefkaart
    • troef [de ~] zelfstandig naamwoord
    • troeven [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • troefkaart [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor atout:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
troef atout; atout dans un jeu de cartes; retourne
troefkaart atout; atout dans un jeu de cartes; retourne
troeven atout; atout dans un jeu de cartes; retourne
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
troeven couper; jouer un atout

Synoniemen voor "atout":


Wiktionary: atout

atout
noun
  1. Carte de la même couleur que celle qui retourne, ou qui, suivant une convention, l’emporte sur les autres.

Cross Translation:
FromToVia
atout activa asset — something or someone of any value
atout troef trump — suit that outranks all others
atout troef trump — playing card of that suit
atout troef trump — something that gives one an advantage
atout troef TrumpfKartenspiel:

Verwante vertalingen van atout