Frans
Uitgebreide vertaling voor aspirer à (Frans) in het Nederlands
aspirer à:
-
aspirer à (se réjouir à l'idée de; se fair une joie de; se faire une fête de)
zich verheugen op; uitkijken naar-
zich verheugen op werkwoord
-
uitkijken naar werkwoord (kijk uit naar, kijkt uit naar, keek uit naar, keken uit naar, uitgekeken naar)
-
-
aspirer à (ambitionner; viser; viser à)
-
aspirer à (ambitionner; viser à)
-
aspirer à (s'efforcer; ambitionner; viser à; viser)
-
aspirer à (désirer ardemment; brûler de; griller de)
-
aspirer à (languir; souhaiter ardemment; soupirer après; désirer ardemment; avoir très envie)
smachten; kwijnend verlangen; snakken; kwijnen-
kwijnend verlangen werkwoord (verlang kwijnend, verlangt kwijnend, verlangde kwijnend, verlangden kwijnend, kwijnend verlangd)
-
aspirer à (viser à; viser; ambitionner; s'efforcer)
-
aspirer à (être affamé de; avoir faim; désirer; avoir faim de; s'affamer; être avide de; soupirer après)
een sterke begeerte hebben naar; hongeren naar-
een sterke begeerte hebben naar werkwoord
-
hongeren naar werkwoord
-