Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. approchable:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor approchable (Frans) in het Nederlands

approchable:

approchable bijvoeglijk naamwoord

  1. approchable (accessible; abordable; viable; )
    bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar
  2. approchable (abordable; accessible; avenant; ouvert; indulgent)
    toegankelijk; aanspreekbaar; toeschietelijk; benaderbaar; genaakbaar

Vertaal Matrix voor approchable:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanspreekbaar abordable; accessible; approchable; avenant; indulgent; ouvert
begaanbaar abordable; accessible; approchable; faisable; ouvert; réalisable; viable; à faire; à portée de
benaderbaar abordable; accessible; approchable; avenant; indulgent; ouvert abordable; accessible; avenant; franc; ouvert; s'un abord facile
bereikbaar abordable; accessible; approchable; faisable; ouvert; réalisable; viable; à faire; à portée de
toegankelijk abordable; accessible; approchable; avenant; faisable; indulgent; ouvert; réalisable; viable; à faire; à portée de abordable; accessible; avenant; franc; ouvert; s'un abord facile
toeschietelijk abordable; accessible; approchable; avenant; indulgent; ouvert accommodant; bienveillant; complaisant; obligeamment; obligeant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
genaakbaar abordable; accessible; approchable; avenant; indulgent; ouvert abordable; accessible; avenant; franc; ouvert; s'un abord facile

Synoniemen voor "approchable":


Wiktionary: approchable

approchable
adjective
  1. te benaderen, makkelijk mee te praten

Cross Translation:
FromToVia
approchable benaderbaar approachable — easy to talk to
approchable toegangelijk zugänglichvon Dingen und Sachen