Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. apprentie:


Frans

Uitgebreide vertaling voor apprentie (Frans) in het Nederlands

apprentie:

apprentie [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'apprentie (stagiaire; mousse; apprenti; pupille; jeune apprenti)
    de stagiair; iemand die stage loopt
  2. l'apprentie (jeune élève; élève; pupille; )
    jonge leerling; de pupil

Vertaal Matrix voor apprentie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
iemand die stage loopt apprenti; apprentie; jeune apprenti; mousse; pupille; stagiaire
jonge leerling apprenti; apprentie; collégien; jeune élève; lycéen; pupille; écolier; écolière; élève
pupil apprenti; apprentie; collégien; jeune élève; lycéen; pupille; écolier; écolière; élève garçon
stagiair apprenti; apprentie; jeune apprenti; mousse; pupille; stagiaire habitant; interne; résidant