Angle in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

angle:
- hoek; benaderingswijze; benadering; invalshoek; optiek; facet; aspect; opzicht; standpunt; zienswijs; perspectief; gezichtspunt; oogpunt; gezichtshoek
Wiktionary:
- angle → hoek
- angle → hoek, hoekje

Frans

Uitgebreide vertaling voor angle (Frans) in het Nederlands

angle:

angle [le ~] zelfstandig naamwoord

l'angle
de hoek
- hoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
l'angle (manière d'aborder; approche; point de vue; optique)
de benaderingswijze; de benadering; de invalshoek; de optiek
- benaderingswijze [de ~] zelfstandig naamwoord
- benadering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- invalshoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- optiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'angle (aspect; facette; point de vue; égard; optique)
het facet; het aspect; het opzicht
- facet [het ~] zelfstandig naamwoord
- aspect [het ~] zelfstandig naamwoord
- opzicht [het ~] zelfstandig naamwoord
l'angle (point de vue; perspective; instant; question; problème; moment; différend; cas; optique)
het standpunt; zienswijs; de perspectief; de invalshoek; het gezichtspunt; het oogpunt; de gezichtshoek
- standpunt [het ~] zelfstandig naamwoord
- zienswijs [znw.] zelfstandig naamwoord
- perspectief [de ~] zelfstandig naamwoord
- invalshoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gezichtspunt [het ~] zelfstandig naamwoord
- oogpunt [het ~] zelfstandig naamwoord
- gezichtshoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor angle:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aspect	angle; aspect; facette; optique; point de vue; égard
benadering	angle; approche; manière d'aborder; optique; point de vue
benaderingswijze	angle; approche; manière d'aborder; optique; point de vue
facet	angle; aspect; facette; optique; point de vue; égard
gezichtshoek	angle; cas; différend; instant; moment; optique; perspective; point de vue; problème; question
gezichtspunt	angle; cas; différend; instant; moment; optique; perspective; point de vue; problème; question	avis; concept; conception; conviction; doctrine; exposé; façon de penser; idée; intention; interprétation; mentalité; notion; opinion; optique; pensée; perspective; point de vue; position; prise de position; réflexion; vision
hoek	angle	abri; asile; cachette; contrée; crochet; hameçon; province; refuge; retraite; région; zone
invalshoek	angle; approche; cas; différend; instant; manière d'aborder; moment; optique; perspective; point de vue; problème; question
oogpunt	angle; cas; différend; instant; moment; optique; perspective; point de vue; problème; question
optiek	angle; approche; manière d'aborder; optique; point de vue
opzicht	angle; aspect; facette; optique; point de vue; égard
perspectief	angle; cas; différend; instant; moment; optique; perspective; point de vue; problème; question	optique; perspective; point de vue
standpunt	angle; cas; différend; instant; moment; optique; perspective; point de vue; problème; question	attitude; attitude physique; avis; concept; conception; conviction; doctrine; exposé; façon de penser; idée; intention; interprétation; mentalité; notion; opinion; opinions; optique; pensée; perspective; point de vue; position; prise de position; réflexion; tenue physique; vision
zienswijs	angle; cas; différend; instant; moment; optique; perspective; point de vue; problème; question

Synoniemen voor "angle":

coin; encoignure; renfoncement; arête; équerre; nervure; bord; ligne; azimut; direction; sens; lieu; carrefour; coude; détour; boucle; courbe; tournant; zigzag; circonvolution; crochet; déviation; lacet; dédale; labyrinthe; raccourci; écart; sinuosité; biais; digression; circonlocution; diversion; périphrase; ruse; subterfuge; subtilité; inclinaison; déclivité; pente; penchant; descente; bande; gîte; obliquité; amplitude

Wiktionary: angle

angle

noun

géométrie|fr espace entre deux lignes ou deux plans qui se croiser ; inclinaison d’une ligne par rapport à une autre ; se mesurer en degrés, en grades ou en radians.
- angle → hoek

angle

noun

een punt waar twee benen of halve rechten samenkomen
- hoek → angle; coin

Cross Translation:

From	To	Via
• angle	→ hoek	↔ angle — measure of such a figure
• angle	→ hoek	↔ angle — geometrical figure
• angle	→ hoekje	↔ nook — small corner formed by two walls
• angle	→ hoek	↔ Winkel — Stellung zweier Linien oder Flächen zueinander

Verwante vertalingen van angle

Remove Ads

Vertaal angle van Frans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor angle (Frans) in het Nederlands

angle:

angle [le ~] zelfstandig naamwoord

l'angle

l'angle (manière d'aborder; approche; point de vue; optique)

l'angle (aspect; facette; point de vue; égard; optique)

l'angle (point de vue; perspective; instant; question; problème; moment; différend; cas; optique)

Vertaal Matrix voor angle:

Synoniemen voor "angle":

Wiktionary: angle

Verwante vertalingen van angle