Ampleur in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

ampleur:
- omstandigheid; breedvoerigheid; uitvoerigheid; breedsprakigheid; uitgebreidheid; uitgestrektheid; breedheid; breedgeschouderdheid
Wiktionary:
- ampleur → bestek, uitgebreidheid, grootte, omvang
- ampleur → grootte

Frans

Uitgebreide vertaling voor ampleur (Frans) in het Nederlands

l'ampleur (prolixité; verbosité)
de omstandigheid; de breedvoerigheid; de uitvoerigheid; de breedsprakigheid
- omstandigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- breedvoerigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitvoerigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- breedsprakigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'ampleur
de uitgebreidheid; de uitgestrektheid
- uitgebreidheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitgestrektheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'ampleur (largeur d'épaules; carrure)
de breedheid; breedgeschouderdheid
- breedheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- breedgeschouderdheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
breedgeschouderdheid	ampleur; carrure; largeur d'épaules
breedheid	ampleur; carrure; largeur d'épaules	largeur
breedsprakigheid	ampleur; prolixité; verbosité
breedvoerigheid	ampleur; prolixité; verbosité
omstandigheid	ampleur; prolixité; verbosité	situation
uitgebreidheid	ampleur	profusion de détails; prolixité
uitgestrektheid	ampleur
uitvoerigheid	ampleur; prolixité; verbosité	profusion de détails; prolixité