Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
aisé:
- eenvoudig; gemakkelijk; makkelijk; simpel; licht; niet moeilijk; blakend van gezondheid; gezond; fit; zonder ziekte; practisch; nuttig; welvarend; florerend; welgesteld; in goeden doen; gegoed; moeiteloos; zonder moeite; in een handomdraai; vanzelf; brutaal; stoutmoedig; vrijpostig; vrijmoedig; onbeschroomd; niet beschroomd; onbedeesd
-
Wiktionary:
- aisé → gemakkelijk, moeiteloos, vlot, bemiddeld, gegoed, gezeten, welgesteld
- aisé → moeiteloos, welgesteld
Frans
Uitgebreide vertaling voor aisé (Frans) in het Nederlands
aisé:
-
aisé (pas difficile; facile; simple; léger; pratique; légère; confortable; facilement; simplement; agréable; confortablement; naïf; seul; commode; puérilement; sobre; adroit; niais; obtus; très vite; agile; sans peine; aisément; ingénu; sans effort; naturel; enfantin; en bon enfant; sans prétention; sans esprit; comme un enfant; terne; élémentaire; borné; puéril; commodément; naïvement; ordinaire; d'enfant; simple d'esprit; d'une façon enfantine)
eenvoudig; gemakkelijk; makkelijk; simpel; licht; niet moeilijk-
eenvoudig bijvoeglijk naamwoord
-
gemakkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
makkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
simpel bijvoeglijk naamwoord
-
licht bijvoeglijk naamwoord
-
niet moeilijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
aisé (bien portant; prospère; sain; en bonne santé; nanti; florissant; en forme; fortuné; en bonne condition)
blakend van gezondheid; gezond; fit; zonder ziekte-
blakend van gezondheid bijvoeglijk naamwoord
-
gezond bijvoeglijk naamwoord
-
fit bijvoeglijk naamwoord
-
zonder ziekte bijvoeglijk naamwoord
-
-
aisé (pratique; de façon pratique; utile; commode; commodément; aisément; appliqué)
practisch; nuttig; gemakkelijk-
practisch bijvoeglijk naamwoord
-
nuttig bijvoeglijk naamwoord
-
gemakkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
aisé (prospère; abondant; fortuné; florissant; bien portant; nanti; en bonne santé; en bonne condition; en forme)
welvarend; florerend; welgesteld-
welvarend bijvoeglijk naamwoord
-
florerend bijvoeglijk naamwoord
-
welgesteld bijvoeglijk naamwoord
-
-
aisé (fortuné; riche)
-
aisé (fortuné; riche)
-
aisé (facilement; automatiquement; libre; facile; de soi; sans contrainte; légère; léger; aisément; naturellement; sans effort; simple; commode; naturel; simplement; élémentaire; tout seul; sans peine; commodément; très vite; non affecté)
moeiteloos; zonder moeite; in een handomdraai; vanzelf-
moeiteloos bijvoeglijk naamwoord
-
zonder moeite bijvoeglijk naamwoord
-
in een handomdraai bijvoeglijk naamwoord
-
vanzelf bijwoord
-
-
aisé (impertinent; franc; hardi; libéral; hardiment; trop familièrement; audacieux; libre; aisément; sans crainte; impertinemment; franchement; familier; téméraire; intrépide; indiscret; familièrement; audacieusement; avec assurance; témérairement; trop familier; avec aisance)
brutaal; stoutmoedig; vrijpostig; vrijmoedig; onbeschroomd; niet beschroomd-
brutaal bijvoeglijk naamwoord
-
stoutmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
vrijpostig bijvoeglijk naamwoord
-
vrijmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
onbeschroomd bijvoeglijk naamwoord
-
niet beschroomd bijvoeglijk naamwoord
-
-
aisé (assuré; sans angoisse; franchement; audacieux; franc; aisément; décidé; audacieusement; sans crainte; avec assurance; avec aisance)
onbedeesd; onbeschroomd; vrijpostig; vrijmoedig; stoutmoedig; niet beschroomd-
onbedeesd bijvoeglijk naamwoord
-
onbeschroomd bijvoeglijk naamwoord
-
vrijpostig bijvoeglijk naamwoord
-
vrijmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
stoutmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
niet beschroomd bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor aisé:
Synoniemen voor "aisé":
Wiktionary: aisé
aisé
Cross Translation:
adjective
-
Traductions à trier suivant le sens
- aisé → gemakkelijk; moeiteloos; vlot; bemiddeld; gegoed; gezeten; welgesteld
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aisé | → moeiteloos | ↔ effortless — without effort |
• aisé | → welgesteld | ↔ well-to-do — rich |