Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- admis:
-
admettre:
- toegeven; erkennen; als waar erkennen; toelaten; iemand toelaten; toegang verschaffen; aannemen; accepteren; aanvaarden; binnen laten; rekruteren; aantrekken; ronselen; toestaan; laten; permitteren; duren; toestemmen; goedkeuren; gunnen; inwilligen; vergunnen; dulden; goedvinden; bekennen; overhandigen; afgeven; inleveren; gedogen; tolereren; erop achteruitgaan; geld inleveren; inlaten; autoriseren
-
Wiktionary:
- admettre → goedvinden, het eens zijn, toegeven, toestemmen, binnenlaten, toelaten, accepteren, aannemen, ontvangen
- admettre → binnenlaten, toegang verlenen, toelaten, toegeven, bekennen, inzien, onderkennen
Frans
Uitgebreide vertaling voor admis (Frans) in het Nederlands
admis:
-
admis
toegelaten; opgenomen; opgevat-
toegelaten bijvoeglijk naamwoord
-
opgenomen bijvoeglijk naamwoord
-
opgevat bijvoeglijk naamwoord
-
-
admis (accepté; autorisé; permis; convenu)
goedgekeurd; aanvaard; geaccepteerd; accoord; aangenomen-
goedgekeurd bijvoeglijk naamwoord
-
aanvaard bijvoeglijk naamwoord
-
geaccepteerd bijvoeglijk naamwoord
-
accoord bijvoeglijk naamwoord
-
aangenomen bijvoeglijk naamwoord
-
-
admis (enregistré)
-
admis (autorisé; permis)
veroorloofd; toegestaan; toegelaten; gepermitteerd; geoorloofd-
veroorloofd bijvoeglijk naamwoord
-
toegestaan bijvoeglijk naamwoord
-
toegelaten bijvoeglijk naamwoord
-
gepermitteerd bijvoeglijk naamwoord
-
geoorloofd bijvoeglijk naamwoord
-
-
admis (toléré; supporté)
Vertaal Matrix voor admis:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
accoord | accord; approbation; convention | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aangenomen | accepté; admis; autorisé; convenu; permis | adoptif; adopté; d'emprunt; feint; fictif; inventé |
geaccepteerd | accepté; admis; autorisé; convenu; permis | liste verte |
geoorloofd | admis; autorisé; permis | |
gepermitteerd | admis; autorisé; permis | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanvaard | accepté; admis; autorisé; convenu; permis | |
accoord | accepté; admis; autorisé; convenu; permis | |
gedoogd | admis; supporté; toléré | |
geregistreerd | admis; enregistré | |
goedgekeurd | accepté; admis; autorisé; convenu; permis | |
opgenomen | admis; enregistré | admis dans une asile; interné |
opgevat | admis | |
toegelaten | admis; autorisé; permis; supporté; toléré | |
toegestaan | admis; autorisé; permis | |
veroorloofd | admis; autorisé; permis |
Synoniemen voor "admis":
admettre:
admettre werkwoord (admets, admet, admettons, admettez, admettent, admettais, admettait, admettions, admettiez, admettaient, admis, admit, admîmes, admîtes, admirent, admettrai, admettras, admettra, admettrons, admettrez, admettront)
-
admettre (avouer; reconnaître; céder)
-
admettre
-
admettre
toegang verschaffen-
toegang verschaffen werkwoord (verschaf toegang, verschaft toegang, verschafte toegang, verschaften toegang, toegang verschaft)
-
-
admettre (accepter; assumer)
-
admettre (laisser entrer)
-
admettre (recruter; attirer; engager)
-
admettre (permettre; laisser; consentir à; agréer; consentir; approuver; concéder; tolérer; déclarer bon)
-
admettre (confesser; avouer)
-
admettre (permettre; autoriser; concéder; accepter; acquiescer; tolérer; accorder)
-
admettre (remettre)
-
admettre (tolérer; permettre; souffrir; supporter; consentir; autoriser)
-
admettre (régresser)
-
admettre (noyer; faire entrer; laisser entrer; s'occuper de; encastrer; s'engager dans)
-
admettre (autoriser; permettre; accorder; agréer; octroyer; reconnaître; attribuer; consentir; tolérer; adjuger; consentir à)
Conjugations for admettre:
Présent
- admets
- admets
- admet
- admettons
- admettez
- admettent
imparfait
- admettais
- admettais
- admettait
- admettions
- admettiez
- admettaient
passé simple
- admis
- admis
- admit
- admîmes
- admîtes
- admirent
futur simple
- admettrai
- admettras
- admettra
- admettrons
- admettrez
- admettront
subjonctif présent
- que j'admette
- que tu admettes
- qu'il admette
- que nous admettions
- que vous admettiez
- qu'ils admettent
conditionnel présent
- admettrais
- admettrais
- admettrait
- admettrions
- admettriez
- admettraient
passé composé
- ai admis
- as admis
- a admis
- avons admis
- avez admis
- ont admis
divers
- admets!
- admettez!
- admettons!
- admis
- admettant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor admettre:
Synoniemen voor "admettre":
Wiktionary: admettre
admettre
Cross Translation:
verb
admettre
-
recevoir par choix, faveur ou condescendance.
- admettre → goedvinden; het eens zijn; toegeven; toestemmen; binnenlaten; toelaten; accepteren; aannemen; ontvangen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• admettre | → binnenlaten; toegang verlenen; toelaten | ↔ admit — to allow to enter; to grant entrance |
• admettre | → toegeven; bekennen | ↔ admit — to concede as true |
• admettre | → toegeven | ↔ concede — to admit to be true |
• admettre | → inzien; onderkennen | ↔ einsehen — sich durch andere überzeugen lassen |