Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. acuité:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor acuité (Frans) in het Nederlands

acuité:

acuité [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'acuité (arc pointu; cadre; côte)
    de snijkant; de scherpte
    • snijkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • scherpte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

acuité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'acuité
    scherp zijn
  2. l'acuité
    schelheid

Vertaal Matrix voor acuité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schelheid acuité
scherp zijn acuité
scherpte acuité; arc pointu; cadre; côte compréhension; concision; esprit d'à-propos; fait d'être en forme; ingéniosité; intelligence; perspicacité; pertinence; pointe aiguë; promptitude à la riposte; sagacité; tranchant
snijkant acuité; arc pointu; cadre; côte

Synoniemen voor "acuité":


Wiktionary: acuité

acuité
Cross Translation:
FromToVia
acuité scherpte acuity — sharpness or acuteness
acuité gescherptheid; scherpte sharpness — fineness of a point

Verwante vertalingen van acuité