Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal acquérir

Vertaal acquérir van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. acquérir:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor acquérir (Frans) in het Nederlands

acquérir:

acquérir werkwoord (acquiers, acquiert, acquérons, acquérez, )

  1. acquérir (acheter; se procurer; s'acheter)
    kopen
    – het krijgen in ruil voor geld 1
    • kopen werkwoord (koop, koopt, kocht, kochten, gekocht)
      • ik koop een nieuwe jas1
    verkrijgen; verwerven; aanschaffen; aankopen
    • verkrijgen werkwoord (verkrijg, verkrijgt, verkreeg, verkregen, verkregen)
    • verwerven werkwoord (verwerf, verwerft, verwierf, verwierven, verworven)
    • aanschaffen werkwoord (schaf aan, schaft aan, schafte aan, schaften aan, aangeschaft)
    • aankopen werkwoord (koop aan, koopt aan, kocht aan, kochten aan, aangekocht)
  2. acquérir (acheter massivement; accaparer; se procurer; acheter; s'acheter)
    overnemen; opkopen
    • overnemen werkwoord (overneem, overneemt, overnam, overnamen, overnomen)
    • opkopen werkwoord (koop op, koopt op, kocht op, kochten op, opgekocht)
  3. acquérir (aller chercher; obtenir; gagner; se procurer)
    pakken; halen
    • pakken werkwoord (pak, pakt, pakte, pakten, gepakt)
    • halen werkwoord (haal, haalt, haalde, haalden, gehaald)
  4. acquérir (obtenir; recevoir; toucher; percevoir)
    verkrijgen; verwerven
    • verkrijgen werkwoord (verkrijg, verkrijgt, verkreeg, verkregen, verkregen)
    • verwerven werkwoord (verwerf, verwerft, verwierf, verwierven, verworven)
  5. acquérir (s'emparer de; obtenir; recevoir; )
    verkrijgen; te pakken krijgen; iets bemachtigen
    • verkrijgen werkwoord (verkrijg, verkrijgt, verkreeg, verkregen, verkregen)
    • te pakken krijgen werkwoord (krijg te pakken, krijgt te pakken, kreeg te pakken, kregen te pakken, te pakken gekregen)
    • iets bemachtigen werkwoord
  6. acquérir
    acquireren; verkrijgen; aanschaffen
    • acquireren werkwoord
    • verkrijgen werkwoord (verkrijg, verkrijgt, verkreeg, verkregen, verkregen)
    • aanschaffen werkwoord (schaf aan, schaft aan, schafte aan, schaften aan, aangeschaft)

Conjugations for acquérir:

Présent
  1. acquiers
  2. acquiers
  3. acquiert
  4. acquérons
  5. acquérez
  6. acquièrent
imparfait
  1. acquérais
  2. acquérais
  3. acquérait
  4. acquérions
  5. acquériez
  6. acquéraient
passé simple
  1. acquis
  2. acquis
  3. acquit
  4. acquîmes
  5. acquîtes
  6. acquirent
futur simple
  1. acquerrai
  2. acquerras
  3. acquerra
  4. acquerrons
  5. acquerrez
  6. acquerront
subjonctif présent
  1. que j'acquière
  2. que tu acquières
  3. qu'il acquière
  4. que nous acquérions
  5. que vous acquériez
  6. qu'ils acquièrent
conditionnel présent
  1. acquerrais
  2. acquerrais
  3. acquerrait
  4. acquerrions
  5. acquerriez
  6. acquerraient
passé composé
  1. ai acquis
  2. as acquis
  3. a acquis
  4. avons acquis
  5. avez acquis
  6. ont acquis
divers
  1. acquiers!
  2. acquérez!
  3. acquérons!
  5. acquis
  6. acquérant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor acquérir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halen fait d'atteindre
kopen achat; acquisition; affaire; obtention
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankopen acheter; acquérir; s'acheter; se procurer
aanschaffen acheter; acquérir; s'acheter; se procurer obtenir
acquireren acquérir
halen acquérir; aller chercher; gagner; obtenir; se procurer
iets bemachtigen acquérir; capturer; gagner; obtenir; prendre; recevoir; remporter; réaliser; s'emparer de; saisir; se rendre maître de; se saisir de; usurper capturer; faire l'apprentissage de; gagner; obtenir; prendre; prendre possession de quelque chose; recevoir; remporter; s'approprier; s'emparer de; se rendre maître de; se saisir de; usurper
kopen acheter; acquérir; s'acheter; se procurer capturer; faire l'apprentissage de; gagner; obtenir; prendre; prendre possession de quelque chose; recevoir; remporter; s'approprier; s'emparer de; se rendre maître de; se saisir de; usurper
opkopen accaparer; acheter; acheter massivement; acquérir; s'acheter; se procurer
overnemen accaparer; acheter; acheter massivement; acquérir; s'acheter; se procurer annexer; incorporer à; intégrer à
pakken acquérir; aller chercher; gagner; obtenir; se procurer attraper; entendre; pincer; prendre; prendre au piège; s'emparer de; saisir
te pakken krijgen acquérir; capturer; gagner; obtenir; prendre; recevoir; remporter; réaliser; s'emparer de; saisir; se rendre maître de; se saisir de; usurper attraper; saisir
verkrijgen acheter; acquérir; capturer; gagner; obtenir; percevoir; prendre; recevoir; remporter; réaliser; s'acheter; s'emparer de; saisir; se procurer; se rendre maître de; se saisir de; toucher; usurper atteindre; capturer; faire l'apprentissage de; gagner; obtenir; parvenir à; prendre; prendre possession de quelque chose; recevoir; remporter; réaliser; s'approprier; s'emparer de; se rendre maître de; se saisir de; usurper
verwerven acheter; acquérir; obtenir; percevoir; recevoir; s'acheter; se procurer; toucher apprendre; capturer; faire l'apprentissage de; gagner; obtenir; prendre; prendre possession de quelque chose; recevoir; remporter; s'approprier; s'emparer de; s'initier à; se rendre maître de; se saisir de; usurper

Synoniemen voor "acquérir":


Wiktionary: acquérir

acquérir
verb
  1. Devenir possesseur par le travail, par l’achat, par l’échange, par contrat ou alors par... (Sens général).
acquérir
verb
  1. door kopen verwerven
  2. (overgankelijk) verwerven, verkrijgen
  3. in bezit krijgen, verwerven
Cross Translation:
FromToVia
• acquérir → verwerven; verkrijgen ↔ acquire — to get
• acquérir → verwerven ↔ procure — To acquire or obtain an item or service
• acquérir → verwerven; bekomen ↔ purchase — to pursue and obtain; to acquire by seeking; to gain, obtain or acquire

Verwante vertalingen van acquérir







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1490 seconde
Page rendered in 1.0 seconds