Accompli in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

accompli:
- gedaan; gereed; klaar; beëindigd; volbracht; af; uitgevoerd; verricht; voleindigd; voltrokken; volleerd; doorgekneed
Wiktionary:
- accompli → voldaan, voldane, voltrokken
- accompli → voltrokken, voldane, voldaan

Frans

Uitgebreide vertaling voor accompli (Frans) in het Nederlands

accompli (prêt; fait; terminé; effectué; fini; préparé; achevé; cuit)
gedaan; gereed; klaar; beëindigd; volbracht; af
- gedaan bijvoeglijk naamwoord
- gereed bijvoeglijk naamwoord
- klaar bijvoeglijk naamwoord
- beëindigd bijvoeglijk naamwoord
- volbracht bijvoeglijk naamwoord
- af bijwoord
accompli (exécuté; effectué; fait; conclus)
uitgevoerd; verricht
- uitgevoerd bijvoeglijk naamwoord
- verricht bijvoeglijk naamwoord
accompli (achevé; fini; consommé)
voleindigd
- voleindigd bijvoeglijk naamwoord
accompli (exécuté; fait)
voltrokken
- voltrokken bijvoeglijk naamwoord
accompli (complet; parfait; achevé)
volleerd
- volleerd bijvoeglijk naamwoord
accompli (consommé)
doorgekneed
- doorgekneed bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gedaan	accompli; achevé; cuit; effectué; fait; fini; préparé; prêt; terminé	achevé; cuit; exécuté; fait; fini; préparé; prêt; terminé; épuisé; éreinté
gereed	accompli; achevé; cuit; effectué; fait; fini; préparé; prêt; terminé	achevé; cuit; disponible; disposé; exécuté; fait; fini; passé; préparé; prêt; terminé; épuisé; éreinté
klaar	accompli; achevé; cuit; effectué; fait; fini; préparé; prêt; terminé	achevé; clair; disponible; disposé; exécuté; fait; fini; passé; préparé; prêt; sans nuages; terminé
volleerd	accompli; achevé; complet; parfait
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
af	accompli; achevé; cuit; effectué; fait; fini; préparé; prêt; terminé	achevé; disposé; en aval; en descendant; exécuté; fait; fini; passé; préparé; prêt; terminé
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beëindigd	accompli; achevé; cuit; effectué; fait; fini; préparé; prêt; terminé	achevé; expiré; exécuté; fait; fini; passé; préparé; prêt; terminé; écoulé
doorgekneed	accompli; consommé
uitgevoerd	accompli; conclus; effectué; exécuté; fait	exporté
verricht	accompli; conclus; effectué; exécuté; fait
volbracht	accompli; achevé; cuit; effectué; fait; fini; préparé; prêt; terminé
voleindigd	accompli; achevé; consommé; fini
voltrokken	accompli; exécuté; fait

accompli

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• accompli	→ voltrokken; voldane; voldaan	↔ accomplished — completed