Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor abus (Frans) in het Nederlands

abus:

abus [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'abus
    het misbruik; oneigenlijk gebruik
  2. l'abus (délit; transgression; contravention; crime)
    de overtreding; de delict; het vergrijp
  3. l'abus (situation intolérable; situation inadmissible)
    de misstand; de wantoestand

Vertaal Matrix voor abus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delict abus; contravention; crime; délit; transgression acte de violence; contravention; crime; délit; infraction à la loi; méfait
misbruik abus usage excessif
misstand abus; situation inadmissible; situation intolérable
oneigenlijk gebruik abus
overtreding abus; contravention; crime; délit; transgression acte de violence; contravention; crime; délit; infraction; infraction à la loi; méfait
vergrijp abus; contravention; crime; délit; transgression acte de violence; contravention; crime; délit; infraction à la loi; méfait
wantoestand abus; situation inadmissible; situation intolérable

Synoniemen voor "abus":


Wiktionary: abus

abus
Cross Translation:
FromToVia
abus misbruik abuse — corrupt practice
abus verkeerd gebruik; misbruik abuse — improper usage
abus mishandeling abuse — physical maltreatment

Verwante vertalingen van abus