Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- absence:
-
Wiktionary:
- absence → absentie, afwezigheid, uitstedigheid, mangel, verstek, verzuim
- absence → afwezigheid, ontbreken, verstrooidheid
Frans
Uitgebreide vertaling voor absence (Frans) in het Nederlands
absence:
-
l'absence
-
l'absence
-
l'absence (manque; pénurie; besoin; déficience; déficit; disette; frugalité; pauvreté; misère; rareté; infortune)
-
l'absence (absentéisme)
het schoolverzuim
Vertaal Matrix voor absence:
Synoniemen voor "absence":
Wiktionary: absence
absence
Cross Translation:
noun
absence
-
Le fait d’être absent.
- absence → absentie; afwezigheid; uitstedigheid; mangel; verstek; verzuim
noun
-
het afwezig zijn op een bepaald tijdstip en plaats
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• absence | → afwezigheid | ↔ absence — state of being away |
• absence | → ontbreken; afwezigheid | ↔ absence — lack; deficiency; nonexistence |
• absence | → verstrooidheid | ↔ absence — inattention to things present |