Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal abattement

Vertaal abattement van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

abattement:
- verslagenheid; kappen; vellen; omhakken
Wiktionary:
- abattement → loomheid, slapheid, traagheid, vadsigheid, slapte, stilstand, droefgeestigheid, melancholie, zwaarmoedigheid, weemoed, bedroefdheid, mistroostigheid, somberheid, afmatting, matheid, moeheid, vermoeidheid, vermoeienis, consternatie, ontsteltenis, verbijstering, verslagenheid, aftrek, apathie, dofheid, lusteloosheid, wezenloosheid, moedeloosheid

Frans

Uitgebreide vertaling voor abattement (Frans) in het Nederlands

abattement:

abattement [le ~] zelfstandig naamwoord

l'abattement (accablement; perplexité; consternation)
de verslagenheid
- verslagenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'abattement
het kappen; het vellen; omhakken
- kappen [het ~] zelfstandig naamwoord
- vellen [het ~] zelfstandig naamwoord
- omhakken [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor abattement:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kappen	abattement	achèvement; action d'arrêter; fin; terminaison
omhakken	abattement
vellen	abattement	abattage; arrachement; peaux; sciage
verslagenheid	abattement; accablement; consternation; perplexité
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kappen		abattre; abattre des arbres; coiffer; couper; tailler
omhakken		abattre; abattre des arbres
vellen		abattre; abattre des arbres

Synoniemen voor "abattement":

accablement; exonération; apathie; fatigue; prostration; affliction; consternation; oppression; découragement; affaiblissement; amollissement; amoindrissement; abaissement; affaissement; dépérissement; décadence; déclin; baisse; décrépitude; chagrin; tristesse; deuil; déchirement; souffrance; tourment; désespoir; douleur; inertie; atonie; indolence; aboulie; mollesse; insensibilité; indifférence; somnolence; torpeur; écoeurement; dégoût; nausée; répugnance; répulsion; lassitude; révolte; indignation; ennui; mélancolie; désoeuvrement; morosité; tracas; souci; contrariété; embarras; épuisement; exténuation; asthénie; inanition; faiblesse; faim; langueur; harassement; surmenage; anéantissement; essoufflement; ahan; fourbure; peine; spleen; nostalgie; bourdon; cafard; dépression; hypocondrie; neurasthénie; soustraction; déduction; retranchement; diminution; stupeur; engourdissement; abrutissement; hébétude; étonnement; stupéfaction

Wiktionary: abattement

abattement

noun

diminution rapide, d’une durée plus ou moins longue, des forces physiques et des fonctions psychiques.
- abattement → loomheid; slapheid; traagheid; vadsigheid; slapte; stilstand; droefgeestigheid; melancholie; zwaarmoedigheid; weemoed; bedroefdheid; mistroostigheid; somberheid; afmatting; matheid; moeheid; vermoeidheid; vermoeienis; consternatie; ontsteltenis; verbijstering; verslagenheid; aftrek; apathie; dofheid; lusteloosheid; wezenloosheid; moedeloosheid

Verwante vertalingen van abattement