Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor Etat (Frans) in het Nederlands

Etat:

Etat [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'Etat (nation; état; royaume; )
    de staat; het land; het rijk; de natie
    • staat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • land [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rijk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • natie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. l'Etat (pouvoir public; gouvernement; autorités; )
    de overheid; de autoriteiten; openbaar gezag; het rijksbestuur

Vertaal Matrix voor Etat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autoriteiten Etat; autorité; autorités; empire; gouvernement; pouvoir public; royaume autorité; autorités; détenteur du pouvoir; détentrice du pouvoir; pouvoir
land Etat; autorités; circonstance; condition; empire; nation; peuple; royaume; situation; état campagne; paysage; terre
natie Etat; autorités; circonstance; condition; empire; nation; peuple; royaume; situation; état nation; peuple
openbaar gezag Etat; autorité; autorités; empire; gouvernement; pouvoir public; royaume
overheid Etat; autorité; autorités; empire; gouvernement; pouvoir public; royaume pouvoirs publics
rijk Etat; autorités; circonstance; condition; empire; nation; peuple; royaume; situation; état royaume
rijksbestuur Etat; autorité; autorités; empire; gouvernement; pouvoir public; royaume
staat Etat; autorités; circonstance; condition; empire; nation; peuple; royaume; situation; état circonstance; condition; disposition; ennuis; liste; position; prise de position; registre; situation; tracas; État; énumération; état
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rijk abondant; florissant; fortuné; prospère; puissant; riche; richement

Verwante vertalingen van Etat