Être prêt in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

Frans

Uitgebreide vertaling voor être prêt (Frans) in het Nederlands

être prêt (être disposé à; être prêt à)
bereid zijn; klaarstaan
- bereid zijn werkwoord (ben bereid, bent bereid, is bereid, was bereid, waren bereid, bereid geweest)
- klaarstaan werkwoord (sta klaar, staat klaar, stond klaar, stonden klaar, klaargestaan)
être prêt (avoir été complété; être complet; être fini; être achevé)
voltooid zijn; klaarzijn
- voltooid zijn werkwoord
- klaarzijn werkwoord (ben klaar, bent klaar, was klaar, waren klaar, klaar geweest)
être prêt (être à la disposition de)
klaarliggen
- klaarliggen werkwoord (ligt klaar, lag klaar, lagen klaar, klaargelegen)

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
klaarstaan		fait d'être prêt
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bereid zijn	être disposé à; être prêt; être prêt à
klaarliggen	être prêt; être à la disposition de
klaarstaan	être disposé à; être prêt; être prêt à
klaarzijn	avoir été complété; être achevé; être complet; être fini; être prêt
voltooid zijn	avoir été complété; être achevé; être complet; être fini; être prêt