Frans
Uitgebreide vertaling voor étriller (Frans) in het Nederlands
étriller:
-
étriller (escroquer; décevoir; tromper; avoir; enjôler; flouer; duper; faire le charlatan; écorcher; mettre dedans)
afzetten; misleiden; bedriegen; besodemieteren; zwendelen; oplichten; beduvelen; belazeren; bedonderen-
besodemieteren werkwoord (besodemieter, besodemietert, besodemieterde, besodemieterden, besodemieterd)
-
étriller (rouer de coups; tabasser; châtier; fouetter; amocher; donner une raclée; flageller; boxer; rosser; donner une raclée à)
aftuigen; aframmelen; in elkaar timmeren; afrossen; toetakelen; afranselen-
in elkaar timmeren werkwoord (timmer in elkaar, timmert in elkaar, timmerde in elkaar, timmerden in elkaar, in elkaar getimmerd)
Vertaal Matrix voor étriller:
Synoniemen voor "étriller":
Computer vertaling door derden: