Frans

Uitgebreide vertaling voor étincellement (Frans) in het Nederlands

étincellement:

étincellement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'étincellement (gloire; scintillement; honneur; splendeur)
    sprankelen; fonkelen; de glitter; de schittering; de fonkeling
  2. l'étincellement (scintillement; éclat)
    de glinstering; de fonkeling; gefonkel
  3. l'étincellement (scintillement; éclat)
    geglinster
  4. l'étincellement (reflet; flash; éclat; )
    de schittering; de schijn; de flakkering; het geflikker; de flikkering
  5. l'étincellement
    flikkeren
  6. l'étincellement
    gesprankel
  7. l'étincellement (flash; éclair; signal lumineux)
    snel beeld; de flits
    • snel beeld [znw.] zelfstandig naamwoord
    • flits [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  8. l'étincellement (lueur; éclat; lustre; scintillement)
    de luister; schitteren; de glans
    • luister [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schitteren [znw.] zelfstandig naamwoord
    • glans [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  9. l'étincellement (étincelle; éclat; scintillement; lueur scintillante)
    de vonk; de glinstering; flakker
    • vonk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • glinstering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • flakker [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor étincellement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flakker lueur scintillante; scintillement; éclat; étincelle; étincellement
flakkering flash; lueur; lueur scintillante; reflet; scintillement; signal lumineux; éclair; éclat; étincellement
flikkeren étincellement
flikkering flash; lueur; lueur scintillante; reflet; scintillement; signal lumineux; éclair; éclat; étincellement
flits flash; signal lumineux; éclair; étincellement flash; foudre; éclair
fonkelen gloire; honneur; scintillement; splendeur; étincellement
fonkeling gloire; honneur; scintillement; splendeur; éclat; étincellement
geflikker flash; lueur; lueur scintillante; reflet; scintillement; signal lumineux; éclair; éclat; étincellement
gefonkel scintillement; éclat; étincellement
geglinster scintillement; éclat; étincellement
gesprankel étincellement
glans lueur; lustre; scintillement; éclat; étincellement apparat; couche brillante; faste; lueur; lustre; magnificence; pompe; reflets; rougeoiement; splendeur
glinstering lueur scintillante; scintillement; éclat; étincelle; étincellement
glitter gloire; honneur; scintillement; splendeur; étincellement clinquant
luister lueur; lustre; scintillement; éclat; étincellement apparat; faste; lustre; magnificence; pompe; splendeur
schijn flash; lueur; lueur scintillante; reflet; scintillement; signal lumineux; éclair; éclat; étincellement apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; façade; illusion; leurre; lueur; lustre; manteau; mascarade; masque; pignon; semblant; travestissement; trompe-l'oeil
schitteren lueur; lustre; scintillement; éclat; étincellement
schittering flash; gloire; honneur; lueur; lueur scintillante; reflet; scintillement; signal lumineux; splendeur; éclair; éclat; étincellement
snel beeld flash; signal lumineux; éclair; étincellement
sprankelen gloire; honneur; scintillement; splendeur; étincellement
vonk lueur scintillante; scintillement; éclat; étincelle; étincellement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flikkeren basculer; briller; culbuter; dégringoler; flamber; jeter des flambes; osciller; resplendir; tomber; trembloter; vaciller; étinceler
fonkelen briller; exceller; luire; rayonner; reluire; resplendir; scintiller; étinceler
schitteren briller; exceller; luire; rayonner; reluire; resplendir; scintiller; étinceler
sprankelen briller; bruire; mousser; pétiller; resplendir; scintiller; étinceler; être en effervescence

Synoniemen voor "étincellement":