Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. épuisement:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor épuisement (Frans) in het Nederlands

épuisement:

épuisement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'épuisement (lassitude; fatigue)
    de vermoeidheid; de moeheid; de uitputting; de afmatting
  2. l'épuisement (affaiblissement; atténuation; débilisation; exténuation; énervation)
    de verzwakking; ontkrachting
  3. l'épuisement
    de oververmoeidheid
  4. l'épuisement (fatiguer; harasser)
    uitputten; vermoeien; afmatten

Vertaal Matrix voor épuisement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afmatten fatiguer; harasser; épuisement
afmatting fatigue; lassitude; épuisement
moeheid fatigue; lassitude; épuisement
ontkrachting affaiblissement; atténuation; débilisation; exténuation; énervation; épuisement
oververmoeidheid épuisement
uitputten fatiguer; harasser; épuisement
uitputting fatigue; lassitude; épuisement
vermoeidheid fatigue; lassitude; épuisement
vermoeien fatiguer; harasser; épuisement
verzwakking affaiblissement; atténuation; débilisation; exténuation; énervation; épuisement atténuation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afmatten dépérir; exténuer; fatiguer; épuiser
uitputten affaiblir; atténuer; dépérir; exténuer; fatiguer; perdre sa force; s'affaiblir; épuiser
vermoeien dépérir; exténuer; fatiguer; se fatiguer; épuiser

Synoniemen voor "épuisement":


Wiktionary: épuisement

épuisement
noun
  1. de toestand waarin iets of iemand aan het eind van zijn of haar krachten is

Cross Translation:
FromToVia
épuisement uitputting exhaustion — supreme tiredness; having exhausted energy
épuisement uitputting exhaustion — point of complete depletion

Verwante vertalingen van épuisement