Énervé in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

énervé:
- gespannen; gestressd; opgejaagd; gehaast; gestressed; haastig; gejaagd; jachtig; geprikkeld; geïrriteerd; geërgerd; opgefokt; opgehitst; prikkelbaar; aangebrand; pissig
- zenuwlijder; neuroot; zenuwpees

Frans

Uitgebreide vertaling voor énervé (Frans) in het Nederlands

énervé:

énervé bijvoeglijk naamwoord

énervé (stressé; tendu; contracté)
gespannen; gestressd; opgejaagd
- gespannen bijvoeglijk naamwoord
- gestressd bijvoeglijk naamwoord
- opgejaagd bijvoeglijk naamwoord
énervé (agité; pressé; à la hâte; hâtif; précipité; nerveux; précipitamment; avec précipitation; hâtivement; nerveusement)
gehaast; gestressed; haastig; gejaagd; jachtig
- gehaast bijvoeglijk naamwoord
- gestressed bijvoeglijk naamwoord
- haastig bijvoeglijk naamwoord
- gejaagd bijvoeglijk naamwoord
- jachtig bijvoeglijk naamwoord
énervé (irrité; vexé; échauffé; d'une manière agitée)
geprikkeld; geïrriteerd; geërgerd
- geprikkeld bijvoeglijk naamwoord
- geïrriteerd bijvoeglijk naamwoord
- geërgerd bijvoeglijk naamwoord
énervé (exaspéré; excité; pourchassé)
opgefokt; opgehitst
- opgefokt bijvoeglijk naamwoord
- opgehitst bijvoeglijk naamwoord
énervé (irrité; de mauvais poil; susceptible; sensible; vexé; hargneux; irascible; irritable; excitable; à prendre avec des pincettes)
geïrriteerd; prikkelbaar; aangebrand; pissig; geprikkeld; geërgerd
- geïrriteerd bijvoeglijk naamwoord
- prikkelbaar bijvoeglijk naamwoord
- aangebrand bijvoeglijk naamwoord
- pissig bijvoeglijk naamwoord
- geprikkeld bijvoeglijk naamwoord
- geërgerd bijvoeglijk naamwoord

énervé [le ~] zelfstandig naamwoord

l'énervé (personne nerveuse; nerveux)
de zenuwlijder; de neuroot; de zenuwpees
- zenuwlijder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- neuroot [de ~] zelfstandig naamwoord
- zenuwpees [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor énervé:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gehaast		agitation; galopade; galopades; précipitation
neuroot	nerveux; personne nerveuse; énervé	névropathe; névrosé; névrosée
zenuwlijder	nerveux; personne nerveuse; énervé	agitateur; chahuteur; chichiteux; malade nerveux; névropathe; névrosé; névrosée; perturbateur; tapageur
zenuwpees	nerveux; personne nerveuse; énervé
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aangebrand	de mauvais poil; excitable; hargneux; irascible; irritable; irrité; sensible; susceptible; vexé; à prendre avec des pincettes; énervé	excitable; grincheux; grognon; grondeur; irascible; irritable; sensible; sensiblement; susceptible
gehaast	agité; avec précipitation; hâtif; hâtivement; nerveusement; nerveux; pressé; précipitamment; précipité; à la hâte; énervé
gejaagd	agité; avec précipitation; hâtif; hâtivement; nerveusement; nerveux; pressé; précipitamment; précipité; à la hâte; énervé
geprikkeld	d'une manière agitée; de mauvais poil; excitable; hargneux; irascible; irritable; irrité; sensible; susceptible; vexé; à prendre avec des pincettes; échauffé; énervé	avec hargne; contrarié; d'un air mécontent; de mauvaise humeur; grincheusement; grincheux; hargneusement; hargneux; irrité; mécontent
gespannen	contracté; stressé; tendu; énervé
geïrriteerd	d'une manière agitée; de mauvais poil; excitable; hargneux; irascible; irritable; irrité; sensible; susceptible; vexé; à prendre avec des pincettes; échauffé; énervé
haastig	agité; avec précipitation; hâtif; hâtivement; nerveusement; nerveux; pressé; précipitamment; précipité; à la hâte; énervé	bref; court; en toute hâte; fugace; hâtif; hâtivement; pressé; prompt; promptement; précipitamment; rapide; rapidement; superficiel; superficielle; superficiellement; transitoire; vite; à la hâte; éphémère; évanescent
jachtig	agité; avec précipitation; hâtif; hâtivement; nerveusement; nerveux; pressé; précipitamment; précipité; à la hâte; énervé
pissig	de mauvais poil; excitable; hargneux; irascible; irritable; irrité; sensible; susceptible; vexé; à prendre avec des pincettes; énervé
prikkelbaar	de mauvais poil; excitable; hargneux; irascible; irritable; irrité; sensible; susceptible; vexé; à prendre avec des pincettes; énervé	excitable; irascible; irritable; sensible
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gestressd	contracté; stressé; tendu; énervé
gestressed	agité; avec précipitation; hâtif; hâtivement; nerveusement; nerveux; pressé; précipitamment; précipité; à la hâte; énervé
geërgerd	d'une manière agitée; de mauvais poil; excitable; hargneux; irascible; irritable; irrité; sensible; susceptible; vexé; à prendre avec des pincettes; échauffé; énervé
opgefokt	exaspéré; excité; pourchassé; énervé
opgehitst	exaspéré; excité; pourchassé; énervé
opgejaagd	contracté; stressé; tendu; énervé

Synoniemen voor "énervé":

excité; agité; exacerbé; ardent; attisé; allumé; animé; monté; émoustillé; énergumène; encouragé; fébrile; fiévreux; nerveux; inquiet; tourmenté; passionné

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal énervé van Frans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor énervé (Frans) in het Nederlands

énervé:

énervé bijvoeglijk naamwoord

énervé (stressé; tendu; contracté)

énervé (agité; pressé; à la hâte; hâtif; précipité; nerveux; précipitamment; avec précipitation; hâtivement; nerveusement)

énervé (irrité; vexé; échauffé; d'une manière agitée)

énervé (exaspéré; excité; pourchassé)

énervé (irrité; de mauvais poil; susceptible; sensible; vexé; hargneux; irascible; irritable; excitable; à prendre avec des pincettes)

énervé [le ~] zelfstandig naamwoord

l'énervé (personne nerveuse; nerveux)

Vertaal Matrix voor énervé:

Synoniemen voor "énervé":