Émission in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

émission:
- programma; uitzending; radio-uitzending; verstrekking; uitgifte; uitreiking; uitgaaf; afgifte; uitdeling; emissie; uitstoot; radioprogramma; radio
Wiktionary:
- émission → uitgifte, uitzending
- émission → uitzenden, transmissie, uitzending, emissie, uitstoot, programma

Frans

Uitgebreide vertaling voor émission (Frans) in het Nederlands

émission:

émission [la ~] zelfstandig naamwoord

l'émission (programme; retransmission; radiodiffusion)
het programma
– uitzending van radio of televisie ¹
- programma [het ~] zelfstandig naamwoord
  - in dit programma aandacht voor de daklozen¹
de uitzending; de radio-uitzending
- uitzending [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- radio-uitzending [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'émission (livraison; délivrance; accordement; remise; distribution; octroi; dispersion)
de verstrekking; de uitgifte; de uitreiking; de uitgaaf; de afgifte; de uitdeling
- verstrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitgifte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitreiking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitgaaf [de ~] zelfstandig naamwoord
- afgifte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitdeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'émission
de emissie; de uitstoot
- emissie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitstoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
l'émission (programme de radio; radiodiffusion; émission radiophonique)
de uitzending; het radioprogramma; de radio
- uitzending [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- radioprogramma [het ~] zelfstandig naamwoord
- radio [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor émission:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afgifte	accordement; dispersion; distribution; délivrance; livraison; octroi; remise; émission	approvisionnement; arrivage; distribution; dépôt; envoi; expédition; fourniture; livraison; mission; provision; provisions; ravitaillement; remise; réserve; réserves; stock; stocks; survenance
emissie	émission
programma	programme; radiodiffusion; retransmission; émission	application; moteur; programme
radio	programme de radio; radiodiffusion; émission; émission radiophonique	appareil radio; poste; poste de radio; radio; transistor
radio-uitzending	programme; radiodiffusion; retransmission; émission
radioprogramma	programme de radio; radiodiffusion; émission; émission radiophonique
uitdeling	accordement; dispersion; distribution; délivrance; livraison; octroi; remise; émission
uitgaaf	accordement; dispersion; distribution; délivrance; livraison; octroi; remise; émission	aliment; alimentation; aliments; dépense; dépenses; frais; nourriture; plat
uitgifte	accordement; dispersion; distribution; délivrance; livraison; octroi; remise; émission	annonce; communication; décret; parution; parution publique; proclamation; promulgation; publication; sortie; tirage; édition
uitreiking	accordement; dispersion; distribution; délivrance; livraison; octroi; remise; émission
uitstoot	émission	congé; démission; excommunication; expulsion
uitzending	programme; programme de radio; radiodiffusion; retransmission; émission; émission radiophonique	diffusion
verstrekking	accordement; dispersion; distribution; délivrance; livraison; octroi; remise; émission	fourniture d'informations

Synoniemen voor "émission":

diffusion; propagation; communication; projection; irradiation; divergence; radiation; rayonnement; promulgation; décret; édit; annonce; divulgation; vulgarisation

Wiktionary: émission

émission

noun

Action d’émettre ou résultat de cette action
- émission → uitgifte
Présentation par la radio ou par la télévision
- émission → uitzending

Cross Translation:

From	To	Via
• émission	→ uitzenden; transmissie; uitzending	↔ broadcast — a radio or TV transmission on air
• émission	→ emissie; uitstoot	↔ emission — something that is emitted
• émission	→ programma	↔ program — performance of a show or other broadcast on radio or television

Verwante vertalingen van émission

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Vertaal émission van Frans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor émission (Frans) in het Nederlands

émission:

émission [la ~] zelfstandig naamwoord

l'émission (programme; retransmission; radiodiffusion)

l'émission (livraison; délivrance; accordement; remise; distribution; octroi; dispersion)

l'émission

l'émission (programme de radio; radiodiffusion; émission radiophonique)

Vertaal Matrix voor émission:

Synoniemen voor "émission":

Wiktionary: émission

Verwante vertalingen van émission