Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. élastique:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor élastique (Frans) in het Nederlands

élastique:

élastique [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'élastique
    het elastiek
    • elastiek [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'élastique
    rubberen band; het elastiekje

élastique bijvoeglijk naamwoord

  1. élastique (extensible; flexible)
    veerkrachtig; rekbaar; elastisch
  2. élastique (flexible; pétrissable; souple; )
    flexibel; soepel; buigbaar
  3. élastique (flexible)
    verend
    • verend bijvoeglijk naamwoord
  4. élastique (souple; flexible; avec souplesse; maniable)
    buigzaam; flexibel; meegaand; soepel
  5. élastique (maniable; pétrissable; souple; )
    kneedbaar; vormbaar

Vertaal Matrix voor élastique:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elastiek élastique
elastiekje élastique
rubberen band élastique
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buigbaar flexible; malléable; maniable; pétrissable; souple; transformable; élastique
buigzaam avec souplesse; flexible; maniable; souple; élastique flexible
elastisch extensible; flexible; élastique
flexibel avec souplesse; flexible; malléable; maniable; pétrissable; souple; transformable; élastique
kneedbaar flexible; malléable; maniable; plastique; plastiquement; pétrissable; souple; transformable; élastique
meegaand avec souplesse; flexible; maniable; souple; élastique accommodant; avec complaisance; avec empressement; avec indulgence; complaisant; coulant; docile; docilement; empressé; facile; facile à vivre; facilement; flexible; indulgent; maniable; obéissant; soumis; soumis à; souple
rekbaar extensible; flexible; élastique
soepel avec souplesse; flexible; malléable; maniable; pétrissable; souple; transformable; élastique accommodant; avec complaisance; avec empressement; avec indulgence; avec souplesse; complaisant; coulant; docile; docilement; empressé; facile à vivre; flexible; indulgent; malléable; souple
veerkrachtig extensible; flexible; élastique
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verend flexible; élastique
vormbaar flexible; malléable; maniable; plastique; plastiquement; pétrissable; souple; transformable; élastique

Synoniemen voor "élastique":


Wiktionary: élastique

élastique
adjective
  1. van elastiek gemaakt
  2. rekbaar

Cross Translation:
FromToVia
élastique elastieken elastic — made of elastic

Verwante vertalingen van élastique