Frans
Uitgebreide vertaling voor élancé (Frans) in het Nederlands
élancé:
-
élancé (svelte; mince; délié; gracile; grêle; fluet)
-
élancé (effilé; mince; maigre; fluet)
lang en dun; piekerig; spinachtig; sprietig-
lang en dun bijvoeglijk naamwoord
-
piekerig bijvoeglijk naamwoord
-
spinachtig bijvoeglijk naamwoord
-
sprietig bijvoeglijk naamwoord
-
-
élancé (empoté)
opgeschoten-
opgeschoten bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor élancé:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fijn | délié; fluet; gracile; grêle; mince; svelte; élancé | accommodant; agréable; agréablement; aimable; aimablement; amusant; avec satisfaction; avenant; charmant; chouette; conciliant; confortable; confortablement; de façon sympathique; de manière amusante; de taille fine; divertissant; drôle; délicat; délicieux; engageant; familier; fin; finement; fragile; frêle; gracile; intime; intimement; maigre; maigrichon; marrant; mince; plaisant; positif; sociable; subtil; svelte; sympa; sympathique; tendre; tendrement |
opgeschoten | empoté; élancé | grandit |
piekerig | effilé; fluet; maigre; mince; élancé | inquiet; peiné; pessimiste; torturé; tourmenté |
spinachtig | effilé; fluet; maigre; mince; élancé | |
sprietig | effilé; fluet; maigre; mince; élancé | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lang en dun | effilé; fluet; maigre; mince; élancé | grêle |
slank en smal | délié; fluet; gracile; grêle; mince; svelte; élancé |