Échelle in het Nederlands vertaald uit het Frans

échelle [la ~] zelfstandig naamwoord

l'échelle (échelle des sons; octave; gamme des sons; gamme)
de toonschaal; de ladder; de toonladder
- toonschaal [de ~] zelfstandig naamwoord
- ladder [de ~] zelfstandig naamwoord
- toonladder [de ~] zelfstandig naamwoord
l'échelle (escalier; marchepied; escabeau)
de trap
– schuin bouwsel met treden waarlangs je naar boven of beneden kunt ¹
- trap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - hij gaat via de trap naar boven¹
het trapje
- trapje [het ~] zelfstandig naamwoord
l'échelle
de ladder; de leer; klimladder
- ladder [de ~] zelfstandig naamwoord
- leer [de ~] zelfstandig naamwoord
- klimladder [znw.] zelfstandig naamwoord
l'échelle (graduation)
de schaalverdeling
- schaalverdeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'échelle (marchepied)
de trapleer; de trapladder
- trapleer [de ~] zelfstandig naamwoord
- trapladder [de ~] zelfstandig naamwoord
l'échelle (ordre de préséance; hiérarchie; ordre; mise en ordre; arrangement; classement; position; échelon; ordonnance; gradation; niveau; titre; rang; degré; grade)
de hiërarchie; de rangorde; de volgorde; de rang
- hiërarchie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- rangorde [de ~] zelfstandig naamwoord
- volgorde [de ~] zelfstandig naamwoord
- rang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
l'échelle (échelle des sons; gamme; octave)
de toonschaal; de toonladder; de ladder; de gamma; de octaaf
- toonschaal [de ~] zelfstandig naamwoord
- toonladder [de ~] zelfstandig naamwoord
- ladder [de ~] zelfstandig naamwoord
- gamma [de ~] zelfstandig naamwoord
- octaaf [de ~] zelfstandig naamwoord
l'échelle (indication d'échelle)
schaalaanwijzing
- schaalaanwijzing [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor échelle:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gamma	gamme; octave; échelle; échelle des sons	gamme; spectre; spectre solaire; série; éventail; éventail de couleurs
hiërarchie	arrangement; classement; degré; gradation; grade; hiérarchie; mise en ordre; niveau; ordonnance; ordre; ordre de préséance; position; rang; titre; échelle; échelon	hiérarchie
klimladder	échelle
ladder	gamme; gamme des sons; octave; échelle; échelle des sons	bas a filé; maille
leer	échelle	conférence; cours; doctrine religieuse; dogme; exposé; gant; interprétation; lecture; leçon; séance
octaaf	gamme; octave; échelle; échelle des sons
rang	arrangement; classement; degré; gradation; grade; hiérarchie; mise en ordre; niveau; ordonnance; ordre; ordre de préséance; position; rang; titre; échelle; échelon	classe; classe sociale; grade; groupe social; ordre; position; rang; sorte; échelon
rangorde	arrangement; classement; degré; gradation; grade; hiérarchie; mise en ordre; niveau; ordonnance; ordre; ordre de préséance; position; rang; titre; échelle; échelon	grade; ordre; position; rang; échelon
schaalaanwijzing	indication d'échelle; échelle
schaalverdeling	graduation; échelle
toonladder	gamme; gamme des sons; octave; échelle; échelle des sons
toonschaal	gamme; gamme des sons; octave; échelle; échelle des sons
trap	escabeau; escalier; marchepied; échelle	coup; escalier d'accès; interruption; montée
trapje	escabeau; escalier; marchepied; échelle
trapladder	marchepied; échelle
trapleer	marchepied; échelle
volgorde	arrangement; classement; degré; gradation; grade; hiérarchie; mise en ordre; niveau; ordonnance; ordre; ordre de préséance; position; rang; titre; échelle; échelon
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
leer		cuir

Synoniemen voor "échelle":

barème; recueil; répertoire; table; tarif; degré; comparaison; escabeau; échalier; échelette; escabelle; marche; sellette; hiérarchie; filière; mesure; modération; évaluation; quantité; rythme; dose; mensuration; précaution; disposition; moyen; cadence; mouvement; compte

Wiktionary: échelle

échelle

noun

dispositif composé de deux montants de bois ou de fer munis d’espace en espace de traverses de bois ou de fer disposées de manière qu’elles peuvent servir de degrés ou d’escalier.
- échelle → ladder; schaalverdeling; verhouding; schaal

échelle

noun

een houten of metalen voorwerp met treden om makkelijk op hoger gelegen plaatsen te komen
- ladder → échelle
rente berekend over een bedrag op een rekening-courant over de periode tussen twee wijzigingen
- staffel → échelle

Cross Translation:

From	To	Via
• échelle	→ ladder	↔ ladder — climbing tool
• échelle	→ schaal	↔ scale — ordered numerical sequence
• échelle	→ schaal	↔ scale — size or scope
• échelle	→ schaal	↔ scale — ratio of distances
• échelle	→ schaal	↔ scale — assigning a magnitude
• échelle	→ toonladder	↔ scale — series of notes
• échelle	→ ladder	↔ Laufmasche — Masche an gestrickten oder gewirkten textilen Waren, vor allem Strümpfen und Strumpfhosen, die sich gelöst hat und die Reihen abwärts- oder aufwärtsgleitet
• échelle	→ ladder; leer	↔ Leiter — aus zwei über Sprossen oder Stufen verbundene Längsstangen (Holmen) bestehendes Gerät, mithilfe dessen eine Person zu etwas hinauf- beziehungsweise von etwas hinabsteigen kann

Vertaal échelle van Frans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor échelle (Frans) in het Nederlands

échelle:

échelle [la ~] zelfstandig naamwoord

l'échelle (échelle des sons; octave; gamme des sons; gamme)

l'échelle (escalier; marchepied; escabeau)

l'échelle

l'échelle (graduation)

l'échelle (marchepied)

l'échelle (ordre de préséance; hiérarchie; ordre; mise en ordre; arrangement; classement; position; échelon; ordonnance; gradation; niveau; titre; rang; degré; grade)

l'échelle (échelle des sons; gamme; octave)

l'échelle (indication d'échelle)

Vertaal Matrix voor échelle:

Synoniemen voor "échelle":

Wiktionary: échelle

Verwante vertalingen van échelle