Frans
Uitgebreide vertaling voor à l'improviste (Frans) in het Nederlands
à l'improviste:
-
à l'improviste (impulsivement; impulsif)
-
à l'improviste (au hasard; à tout hasard; au petit bonheur la chance)
lukraak; blindelings; in het wilde weg-
lukraak bijvoeglijk naamwoord
-
blindelings bijvoeglijk naamwoord
-
in het wilde weg bijvoeglijk naamwoord
-
-
à l'improviste (imprévu; inattendu; soudain; brusquement; choquant; soudainement; tout à coup; gauche; promptement; précipitamment; rapidement; du coup; prompt; subitement; balourd; subito; cru; sec; rapide; subit; brusque; vite; sèche; rudement; inopiné; abrupt; d'un coup; tout d'un coup; d'un ton brusque)
onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onverhoeds-
onverwacht bijvoeglijk naamwoord
-
onverwachts bijvoeglijk naamwoord
-
onvoorzien bijvoeglijk naamwoord
-
onverhoeds bijvoeglijk naamwoord
-
-
à l'improviste (inattendu; insoupçonné; soudain; imprévu)
Vertaal Matrix voor à l'improviste:
Computer vertaling door derden: