Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. transit:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor transit (Frans) in het Nederlands

transit:

transit [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le transit (marchandise transitée)
    de doorvoer; het transito
    • doorvoer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • transito [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. le transit
    de doorvoer
    • doorvoer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor transit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorvoer marchandise transitée; transit débit
transito marchandise transitée; transit transit douanier

Synoniemen voor "transit":


Wiktionary: transit

transit
noun
  1. astronomie|nocat=1

Cross Translation:
FromToVia
transit doortocht transit — The act of passing over, across, or through something

Verwante vertalingen van transit