Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sourd:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor sourd (Frans) in het Nederlands

sourd:

sourd bijvoeglijk naamwoord

  1. sourd (dur d'oreille)
    doof
    • doof bijvoeglijk naamwoord
  2. sourd (dur d'oreille; malentendant)
    slechthorend; hardhorend; hardhorig; gehoorgestoord
  3. sourd (sans ton; atone)
    toonloos; zonder toon
  4. sourd (silencieux)
    klankloos

sourd [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le sourd
    de dove
    • dove [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sourd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dove sourd
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doof dur d'oreille; sourd
gehoorgestoord dur d'oreille; malentendant; sourd
hardhorend dur d'oreille; malentendant; sourd
klankloos silencieux; sourd
slechthorend dur d'oreille; malentendant; sourd
toonloos atone; sans ton; sourd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hardhorig dur d'oreille; malentendant; sourd
zonder toon atone; sans ton; sourd

Synoniemen voor "sourd":


Wiktionary: sourd

sourd
adjective
  1. Qui est privé du sens de l’ouïe
sourd
adjective
  1. niet of minder goed tot horen in staat zijn

Cross Translation:
FromToVia
sourd dove; doof deaf — unable to hear
sourd gesmoord obtuse — of a sound: deadened or mufled
sourd dove TauberPathologie: männliche Person, die taub ist, also nicht hören kann
sourd doof taub — absolut gehörlos, nicht hörend
sourd doof taub — eine Identität als taube Person habend, der Taubseinskultur zugehörig

Verwante vertalingen van sourd