Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: saboteur

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: saboteur

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

saboteur:
- saboteur
Wiktionary:
- saboteur → saboteur
- saboteur → saboteur

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

saboteur:
- saboteur
Wiktionary:
- saboteur → saboteur
- saboteur → saboteur

Frans

Uitgebreide vertaling voor saboteur (Frans) in het Nederlands

saboteur:

saboteur [le ~] zelfstandig naamwoord

le saboteur
de saboteur
- saboteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor saboteur:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
saboteur	saboteur

Synoniemen voor "saboteur":

bâcleur; dévastateur; destructeur; démolisseur; exterminateur; nuisible; ravageur; gâcheur; saccageur; pilleur

Wiktionary: saboteur

saboteur

noun

iemand die saboteert (sabotage pleegt)
- saboteur → saboteur

Cross Translation:

From	To	Via
• saboteur	→ saboteur	↔ saboteur — a person who intentionally causes the destruction of property

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor saboteur (Nederlands) in het Frans

saboteur:

saboteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de saboteur
le saboteur
- saboteur [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor saboteur:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
saboteur	saboteur

Verwante woorden van "saboteur":

saboteurs

Wiktionary: saboteur

saboteur

noun

iemand die saboteert (sabotage pleegt)
- saboteur → saboteur

Cross Translation:

From	To	Via
• saboteur	→ saboteur	↔ saboteur — a person who intentionally causes the destruction of property