Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
ranimer:
- opwekken; tot leven wekken; activeren; reanimeren; verlevendigen; opleven; bekomen; zich hervinden; aanmoedigen; toejuichen; bezielen; aanvuren; aanwakkeren; oppoken; opporren; verfrissen; verkwikken; stoken; opstoken; poken; aanblazen; aanstoken; doen opvlammen; stimuleren; prikkelen; iemand motiveren; toemoedigen; bemoedigen; oprakelen; ter sprake brengen
-
Wiktionary:
- ranimer → doen herleven, opwekken
- réanimer → reanimeren
- réanimer → reanimeren
Frans
Uitgebreide vertaling voor ranimer (Frans) in het Nederlands
ranimer:
ranimer werkwoord (ranime, ranimes, ranimons, ranimez, raniment, ranimais, ranimait, ranimions, ranimiez, ranimaient, ranimai, ranimas, ranima, ranimâmes, ranimâtes, ranimèrent, ranimerai, ranimeras, ranimera, ranimerons, ranimerez, ranimeront)
-
ranimer (raviver; aviver; vitaliser; vivifier; animer)
opwekken; tot leven wekken; activeren; reanimeren; verlevendigen; opleven-
tot leven wekken werkwoord (wek tot leven, wekt tot leven, wekte tot leven, wekten tot leven, tot leven gewekt)
-
reanimeren werkwoord
-
ranimer (récupérer; revivre; se remettre sur pied; toucher; se remettre; se remettre lentement)
-
ranimer (animer quelqu'un; promouvoir; applaudir; favoriser; exciter; ovationner; acclamer; enthousiasmer; inspirer; stimuler; attiser; vivifier; donner du courage)
-
ranimer (attiser; inciter; exciter; activer; stimuler; aviver; aiguillonner; tisonner)
-
ranimer (ragaillardir; réconforter; remonter le moral à)
-
ranimer (attiser; aviver; énerver; agacer; semer la discorde; inciter à; tisonner; encourager; exciter; activer; ameuter; exciter à)
-
ranimer (attiser; stimuler; souffler sur; activer; tisonner; faire monter)
-
ranimer (motiver; encourager; stimuler; aggraver; inciter; éperonner; animer; activer; attiser)
-
ranimer (encourager; inciter; applaudir; animer; exciter; activer; attiser; acclamer; stimuler; aviver; aiguillonner; ovationner; tisonner; exciter à)
-
ranimer (attiser; raviver)
oprakelen; ter sprake brengen-
ter sprake brengen werkwoord (breng ter sprake, brengt ter sprake, bracht ter sprake, brachten ter sprake, tersprake gebracht)
Conjugations for ranimer:
Présent
- ranime
- ranimes
- ranime
- ranimons
- ranimez
- raniment
imparfait
- ranimais
- ranimais
- ranimait
- ranimions
- ranimiez
- ranimaient
passé simple
- ranimai
- ranimas
- ranima
- ranimâmes
- ranimâtes
- ranimèrent
futur simple
- ranimerai
- ranimeras
- ranimera
- ranimerons
- ranimerez
- ranimeront
subjonctif présent
- que je ranime
- que tu ranimes
- qu'il ranime
- que nous ranimions
- que vous ranimiez
- qu'ils raniment
conditionnel présent
- ranimerais
- ranimerais
- ranimerait
- ranimerions
- ranimeriez
- ranimeraient
passé composé
- ai ranimé
- as ranimé
- a ranimé
- avons ranimé
- avez ranimé
- ont ranimé
divers
- ranime!
- ranimez!
- ranimons!
- ranimé
- ranimant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor ranimer:
Synoniemen voor "ranimer":
Wiktionary: ranimer
ranimer
verb
-
rendre la vie ; redonner la vie.
- ranimer → doen herleven; opwekken
réanimer:
Synoniemen voor "réanimer":
Wiktionary: réanimer
réanimer
Cross Translation:
verb
-
het kunstmatig overnemen van de ademhaling en de bloedsomloop, indien er sprake is van een circulatiestilstand
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• réanimer | → reanimeren | ↔ reanimate — to animate anew |