Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- raccorder:
- raccorder à:
-
Wiktionary:
- raccorder → verbinden
Frans
Uitgebreide vertaling voor raccorder (Frans) in het Nederlands
raccorder:
-
raccorder
Vertaal Matrix voor raccorder:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
koppelen | accouplement; embrayage; enclenchement; raccordement | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
koppelen | raccorder | accoupler; accueillir; adjoindre; assembler; associer; attacher; attacher ensemble; connecter; enchaîner; joindre; jumeler; liaison; lier; monter; relier; réunir en accouplant; unir |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
koppelen | jumelage; liaison |
Synoniemen voor "raccorder":
raccorder à:
-
raccorder à (relier à; se joindre à; ajouter; adjoindre; brancher sur; correspondre; serrer les rangs)
Vertaal Matrix voor raccorder à:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bijvoegen | addition; incorporation | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aansluiten | adjoindre; ajouter; brancher sur; correspondre; raccorder à; relier à; se joindre à; serrer les rangs | brancher; connecter |
bijvoegen | adjoindre; ajouter; brancher sur; correspondre; raccorder à; relier à; se joindre à; serrer les rangs | ajouter; envelopper; inclure; insérer; joindre |